NJ 1937, 640
HR, 08-04-1937
HR 08-04-1937, ECLI:NL:PHR:1937:BG9447, m.nt. P. Scholten
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 april 1937
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, van Gelein Vitringa, Kirberger, de Menthon Bake, Nypels;
- Zaaknummer
[1937-04-08/NJ_138396]
- Noot
P. Scholten
- LJN
BG9447
- JCDI
JCDI:ADS159535:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1937:BG9447, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑04‑1937
ECLI:NL:PHR:1937:BG9447, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑1937
- Wetingang
B.W. art. 1403; K. art. 16-35
Essentie
Vennootschap onder firma. Rechtskarakter. Dienstbetrekking.
Samenvatting
Iemand, die in dienst is van eene vennootschap onder firma, is in dienst van ieder der vennooten.
Staat het eerste — gelijk hier — vast, dan is voor bewijsoplegging ten aanzien van het andere geen plaats.1
Partij(en)
Johan Kersten, wonende te Nijmegen, eischer tot cassatie van 2 vonnissen, door de Arr.-Rechtbank te Almelo tusschen partijen onderscheidenlijk gewezen op 3 October 1934 en 24 Juni 1936, advocaat Mr. F.M. Westerouen van Meeteren;
tegen
G.G.B. Mantel, exploitant van een transportbedrijf, wonende te Enschede, verweerder in cassatie, advocaat Mr. B.A. Droogleever Fortuyn.