HR, 23-12-1932

Documentgegevens:

HR 23-12-1932, ECLI:NL:HR:1932:AG1855, m.nt. E.M. Meijers

Instantie: Hoge Raad
Datum: 23 december 1932
Magistraten: Mrs. Fentener van Vlissingen, Visser, Kosters, van den Dries, van Gelein Vitringa
Zaaknummer: [1932-12-23/NJ_138334]
Noot: E.M. Meijers
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS159450:1
Vakgebied(en): Ondernemingsrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
Archief (V)
Huurrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1932:AG1855, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑12‑1932
Wetingang: B.W. art. 1279; B.W. art. 1280; B.W. art. 1303; B.W. art. 1401; K (oud) artt. 36–56; Rv art. 199; Rv art. 410; Rv art. 424

Essentie

Gevolgen van de nietigverklaring van een liquidatiebesluit N. V. Procedure na terugwijzing der zaak door den H. R. Conclusie na cassatie. Nog te beslissen geschilpunten. Wanpraestatie. Schuld. Vreemde oorzaak. Goede trouw. Onrechtmatige daad. Schuld. Medeschuld.

Samenvatting

[Vervolg van H. R. 6 Februari 1931 N. J. 1931, 1392. Vordering van de vennootschap tegen de verhuurders en tegen de liquidateurs, die tot ontbinding der huurovereenkomst en ontruiming hadden medegewerkt.

Na verwijzing besliste het Hof a. dat de verhuurders voor de door hunne inbezitneming van het perceel veroorzaakte schade tegenover de vennootschap aansprakelijk zijn, daar, al is verschoonbare dwaling aanwezig, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.