NJ 1931, p. 1317
HR, 29-01-1931: Huize Lydia
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 1931
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Kosters, van Gelein Vitringa, Polak, Kranenburg.
- Zaaknummer
[1931-01-29/NJ_138405]
- Noot
E.M. Meijers
- Roepnaam
Huize Lydia
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS159444:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1931:AG1838, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑1931
Essentie
Aanneming van werk. Bindend advies, volgens hetwelk partijen een formeel voorschrift der overeenkomst stilzwijgend zouden hebben ter zijde gesteld. Redelijkheid en billijkheid.
Samenvatting
De bij een bindend advies in het ongelijk gestelde partij kan het advies dan alleen bij den rechter met vrucht bestrijden, wanneer dat advies, hetzij uit hoofde van zijn inhoud, hetzij uit hoofde van de wijze, waarop het is tot stand gekomen, zoozeer ingaat tegen hetgeen redelijk en billijk is, dat de wederpartij in strijd met de goede trouw handelt door haar daaraan gebonden te willen houden. Daarvan is hier geen sprake.
Dat van ...