NJ 1914, p. 257
HR, 05-12-1913: Weduwe Fortmann
HR 05-12-1913, ECLI:NL:HR:1913:156 (Weduwe Fortmann)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 december 1913
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. S. Laman Trip. Raden: Mrs. S. Gratama, A. J. L. Nypels, C. Krabbe en A. P. L. Nelissen;
- Zaaknummer
[1913-12-05/NJ_138391]
- Roepnaam
Weduwe Fortmann
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
Verzekeringsrecht (V)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1913:156, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑12‑1913
- Wetingang
K. art. 302; K. art. 303; K. art. 304; K. art. 305; K. art. 306; K. art. 307; K. art. 308; F. W. art. 20; F. W. art. 68
Essentie
Levensverzekeringscontract. Wederkeerige overeenkomst.
Samenvatting
Het recht van den verzekeringnemer om naar believen te beschikken over de verzekeringssom, die na zijn dood zou worden uitbetaald, vertegenwoordigt een vermogenswaarde, zoodat de verbintenis van den verzekeraar om zich naar die beschikking te gedragen tot het vermogen van den verzekeringnemer behoort.
Bij faillissement van den verzekeringnemer moet het beheer over dat vermogensrecht door de curators in het belang der schuldeischers worden gevoerd en kon het in dier voege worden uitgeoefend, dat de curators in die hoedanigheid zich zelven als begunstigden aanwezen, waarvan het noodzakelijk gevolg was, dat, nu de verzekeringnemer gedurende het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.