Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Betekeningsverdrag 1965
Artikel 10 [Toch beslissing bij niet verschijnen verweerder]
Geldend
Geldend vanaf 02-01-1976
- Bronpublicatie:
08-01-1975, Stb. 1975, 5 (uitgifte: 23-01-1975, kamerstukken: 12866 )
- Inwerkingtreding
02-01-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-1975, Stb. 1975, 693 (uitgifte: 01-01-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
In afwijking van het bepaalde in artikel 15 eerste lid, van het verdrag kan de rechter een beslissing geven, ook als geen bewijs, hetzij van betekening of kennisgeving, hetzij van afgifte is ontvangen, indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
- a.
het stuk is toegezonden op een van de in het verdrag geregelde wijzen,
- b.
sedert het tijdstip van toezending van het stuk is een termijn verlopen die door de rechter voor elk afzonderlijk geval zal worden vastgesteld, doch tenminste zes maanden zal bedragen,
- c.
in weerwil van alle daartoe bij de bevoegde autoriteiten aangewende pogingen kan geen bewijs worden verkregen.
2.
Is in een geval, waarin geen bewijs, als bedoeld in het eerste lid is ontvangen, niet voldaan aan de in dat lid gestelde voorwaarden, dan kan de rechter, al of niet na verloop van een door hem vast te stellen termijn, zo hij daartoe gronden aanwezig acht, het verlenen van verstek tegen de verweerder weigeren.