AB 2019/42
Bestuurlijke boete; nadere invulling bewijslast college.
ABRvS 14-11-2018, ECLI:NL:RVS:2018:3728, m.nt. T.I. Oost
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
14 november 2018
- Magistraten
Mrs. C.J. Borman, H.G. Lubberdink, J.W. van de Gronden
- Zaaknummer
201708101/1/A3
- Noot
T.I. Oost
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS930241:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Volkshuisvesting en wonen / Woningbouw
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:3728, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 14‑11‑2018
- Wetingang
Art. 30 lid 1 onder a Huisvestingswet; Regionale Huisvestingsverordening Amsterdam 2013
Essentie
Indien sprake is van inschrijving in de basisregistratie personen, ligt de bewijslast voor duurzame woningonttrekking bij het college. Wanneer afwezigheid van persoonlijke spullen niet door de toezichthouder zelf is geconstateerd, is aan deze bewijslast niet voldaan.
Samenvatting
Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 22 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2765), moet het college aantonen dat een verhuurder ten tijde van de verweten verhuur geen hoofdverblijf in de verhuurde woning heeft gehouden, indien die verhuurder in de brp op het adres van die woning staat ingeschreven en zijn hoofdverblijf bepalend is voor de vraag of een boete als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.