RN 2021/65
Overdrachtsbelasting. Wanneer is er sprake van “dienstbaar zijn” in de zin van art. 4 WBR?
HR 16-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:585
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 april 2021
- Magistraten
Mrs. R.J. Koopman, J.A.C.A. Overgaauw, M.A. Fierstra, A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, P.A.G.M. Cools
- Zaaknummer
20/00081
- Conclusie
A-G mr. P.J. Wattel
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS276003:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑04‑2021
ECLI:NL:HR:2021:585, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:717, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑08‑2020
- Wetingang
Essentie
Overdrachtsbelasting. Fictieve onroerende zaak.
Wanneer is er sprake van “dienstbaar zijn” in de zin van art. 4 WBR?
Samenvatting
Belanghebbende heeft op 30 juni 2015 alle aandelen verworven in Holding B.V. Holding B.V. staan 23 vestigingen ten dienste waar met name aan particulieren tegen betaling opslagmogelijkheden worden geboden. De bedrijfsvoering van Holding B.V. omvat onder meer het ter beschikking stellen van opslagruimten aan klanten, de klimaatbeheersing van opslagruimten, de begeleiding en advisering van klanten over geschikte opslagruimten, het assisteren bij het opslaan en verwijderen van materialen in de opslagruimtes, de verkoop van inpak- en/of opslagmaterialen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.