NJ 1927, p. 596
HR, 11-04-1927
HR 11-04-1927, ECLI:NL:HR:1927:112
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 april 1927
- Magistraten
Mrs. Jhr. de Savornin Lohman, Savelberg, Jhr. Feith, Ort en Taverne.
- Zaaknummer
[11041927/NJ_1927,_p._596]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS122716:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1927:112, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑04‑1927
- Wetingang
Samenvatting
Art. 342 8v. verbiedt geenszins om op grond van een enkele getuigenverklaring als bewezen aan te nemen een omstandigheid, welke in verband met andere een bewijsgrond voor het telastegelegde oplevert.
De grief, dat de verklaring van een enkelen getuige niet voldoende zekerheid schept, zoo zij een omstandigheid betreft, bij gebreke waarvan alle bewijs zou wegvallen, is als betreffende de bewijskracht, welke feitelijk toekomt aan een bewijsmiddel, niet Door beoordeeling in cassatie vatbaar.
Aan art. 360 Sv. is voldaan, wanneer de rechter verklaart, dat er geen reden is om aan de betrouwbaarheid van den getuige te twijfelen. Of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.