Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 58/2003 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd
Artikel 20 Controles
Geldend
Geldend vanaf 26-01-2003
- Bronpublicatie:
19-12-2002, PbEG 2003, L 11 (uitgifte: 16-01-2003, regelingnummer: 58/2003)
- Inwerkingtreding
26-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2002, PbEG 2003, L 11 (uitgifte: 16-01-2003, regelingnummer: 58/2003)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
De uitvoering van de aan de uitvoerende agentschappen opgedragen communautaire programma's is onderworpen aan de controle van de Commissie. Deze controle wordt uitgeoefend op de wijze die zij overeenkomstig artikel 6, lid 3, vaststelt.
2.
De functie van intern controleur wordt bij de uitvoerende agentschappen uitgeoefend door de interne controleur van de Commissie.
3.
De Commissie en het uitvoerend agentschap zorgen, elk overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden, ervoor dat de aanbevelingen van de interne controleur worden opgevolgd.
4.
Het bij Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie (1) opgerichte Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) beschikt jegens het uitvoerend agentschap en al zijn personeelsleden over dezelfde bevoegdheden als jegens de diensten van de Commissie. Het uitvoerend agentschap treedt vanaf zijn oprichting toe tot het interinstitutioneel akkoord van 25 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (2). Het directiecomité vervult de formaliteiten voor toetreding en neemt de nodige maatregelen om het verrichten van interne onderzoeken door het OLAF te vergemakkelijken.
5.
De Rekenkamer onderzoekt de rekeningen van het uitvoerend agentschap overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag.
6.
Alle akten, en met name alle besluiten en contracten van het uitvoerend agentschap bepalen uitdrukkelijk dat de interne controleur van de Commissie, het OLAF en de Rekenkamer bevoegd zijn bij alle contractanten en subcontractanten die middelen van de Gemeenschappen hebben ontvangen, alsook bij de eindbegunstigden van de financiële middelen controles op stukken en controles ter plaatse uit te voeren.