RBP 2018/46
Rechterlijke organisatie. Hoe te handelen als een rechter defungeert voordat uitspraak wordt gedaan?
HR 13-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:604
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 april 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/04820
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- JCDI
JCDI:ADS929042:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:604, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:156, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële vraag. Rechterlijke organisatie. Terugwijzing.
Hoe te handelen als een rechter defungeert voordat uitspraak wordt gedaan?
Samenvatting
Nadat de meervoudige kamer van de Amsterdamse rechtbank had geraadkamerd en de schriftelijke weergave van de beslissing in concept gereed was, werd een rechter uit de combinatie raadsheer. Daarna hebben op ondergeschikte punten nog wijzigingen in het concept plaatsgevonden. Het eindvonnis vermeldt dat het mede is gewezen door de inmiddels raadsheer geworden rechter.
In hoger beroep is de nietigheid van dit eindvonnis ingeroepen omdat het vonnis is gewezen door twee in plaats van drie rechters. In het hier besproken arrest beantwoordt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.