NJ 1927, p. 769
Brief met waardeloozen inhoud doen aanteekenen met aangegeven geldswaarde. Geen oplichting. Ontslag van rechtsvervolging. Grief in cassatie over gebruik van een deskundigeverklaring.
HR 02-05-1921, ECLI:NL:HR:1921:184, m.nt. Prof. Mr. B.M. Taverne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 mei 1921
- Magistraten
Mrs. Jhr. de Savornin Lohman, Savelberg, Jhr. Feith, Ort, Taverne.
- Zaaknummer
[02051921/NJ_1927,_p._769]
- Conclusie
Mr. Besier
- Noot
Prof. Mr. B.M. Taverne
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS101373:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1921:184, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑05‑1921
- Wetingang
Essentie
Brief met waardeloozen inhoud doen aanteekenen met aangegeven geldswaarde. Geen oplichting. Ontslag van rechtsvervolging. Grief in cassatie over gebruik van een deskundigeverklaring.
Samenvatting
De grief betreffende het gebruik dat het Hof van een deskundige-verklaring zou hebben gemaakt, mist feitelijken grondslag.
Het terhandstellen, zonder meer, van een met vijf lakken verzegelden brief met daarop vermelde waarde van f 2500, ter aanteekening, is niet een listige kunstgreep, maar een geheel normale, elk kenmerk van listigheid missende, handeling. Het daardoor bewegen van den postambtenaar tot afgifte van een recu kan dus geen oplichting zijn, ook al was de inhoud van den ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.