V-N 2021/29.21.4
Vergeefs verzet tegen kennelijk ongegrondverklaring
HR 25-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:1013
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 juni 2021
- Zaaknummer
20/03674
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1013, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑06‑2021
- Wetingang
Essentie
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inhoudelijke behandeling van de BPM-zaak terecht achterwege is gebleven. Mocht de vereenvoudigde afdoening van een beroep al op gespannen voet staan met het internationale recht, dan maakt de verzetsprocedure dit weer goed. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Samenvatting
X bv maakt bezwaar tegen de voldoening van BPM. Rechtbank Den Haag verklaart het beroep zonder zitting kennelijk ongegrond. Er is namelijk niet gesteld en ook niet gebleken dat X bv voor de desbetreffende auto teveel BPM heeft betaald. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.