De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht
De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht (IVOR nr. 91) 2012/1.6:1.6 Indeling
De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht (IVOR nr. 91) 2012/1.6
1.6 Indeling
Documentgegevens:
mr. A.J.P. Schild, datum 06-11-2012
- Datum
06-11-2012
- Auteur
mr. A.J.P. Schild
- JCDI
JCDI:ADS386429:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Deze dissertatie is ingedeeld in twee delen. Het eerste deel – de hoofdstukken 2 en 3 – bevat algemene achtergronden. In hoofdstuk 2 wordt in algemene zin bezien op welke wijze het EVRM en het ondernemingsrecht elkaar raken. Daarbij komen onder meer aan de orde de vraag in hoeverre rechtspersonen aanspraak kunnen maken op mensenrechten, en de vraag hoe grondrechten doorwerken in een relatie tussen private partijen. In hoofdstuk 3 zal worden stilgestaan bij de vraag hoe de reikwijdte van een grondrecht in het concrete geval kan worden bepaald. Daartoe zal een rechtsfilosofisch uitstapje worden gemaakt met als doel inzicht te krijgen in de wijze waarop de rechter het recht ‘vindt’ wanneer grondrechten in het geding zijn.
In deel 2 – de hoofdstukken 4 tot en met 7 – zal de invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht worden belicht. In hoofdstuk 4 zal worden stilgestaan bij art. 1 EP (bescherming van het recht op eigendom). In hoofdstuk 5 wordt de betekenis van art. 6 EVRM (recht op een eerlijk proces) voor het ondernemingsrecht onderzocht. Hoofdstuk 6 bevat een beschouwing over art. 8 EVRM (bescherming van het recht op privacy). Ten slotte zal in hoofdstuk 7 worden stilgestaan bij art. 11 EVRM dat het recht op vergadering en vereniging waarborgt. Hoofdstuk 8 bevat enige concluderende opmerkingen.