NJB 2018/2109:Voor de grap in bil knijpen als “ontuchtige handeling” art. 246 Sr: i.c. kon het hof oordelen dat gelet op de omstandigheden waaronder de verdachte in de bil van de in burger geklede hoofdagent van politie heeft geknepen, sprake is van een “ontuchtige handeling” in de zin van deze bepaling. Daaraan doet niet af dat het bilknijpen mogelijk bedoeld was als grap en evenmin dat door de verdediging ter terechtzitting in hoger beroep als motief is aangevoerd dat de verdachte handelde “in een opwelling van vreugde” vanwege zijn vrijlating