Rb. 's-Hertogenbosch (vzr.), 17-06-2008, nr. 173431KGZA08-212
ECLI:NL:RBSHE:2008:BD4200, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch (Voorzieningenrechter)
- Datum
17-06-2008
- Zaaknummer
173431KGZA08-212
- LJN
BD4200
- Roepnaam
Fatboy-the-Original/Sitting Bull
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBSHE:2008:BD4200, Uitspraak, Rechtbank 's-Hertogenbosch, 17‑06‑2008; (Kort geding)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2010:BM0484, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Vindplaatsen
BIE 2009, 61
Uitspraak 17‑06‑2008
Inhoudsindicatie
Aan de Fatboy the Original komt geen auteursrechtelijke bescherming toe en evenmin is sprake van slaafse nabootsing. Betekenis van vonnis van de rechtbank, gewezen tussen Fatboy en H.M.G. c.s., waarin de rechtbank auteursrechtelijke bescherming van de Fatboy the Original had aangenomen, dient onder de gegeven omstandigheden strikt beperkt te worden tot de rechtsbetrekking tussen hen die partij waren bij dat vonnis.
vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 173431 / KG ZA 08-212
Vonnis in kort geding van 17 juni 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FATBOY-THE-ORIGINAL B.V., gevestigd te ‘s-Hertogenbosch,
eiseres,
procureur mr. J.E. Lenglet,
advocaten mr. K. Limperg en mr. M.E. Santman te ‘s-Gravenhage,
tegen
1. SITTING BULL GMBH, een rechtspersoon naar het recht van de Duitse Bondsrepubliek, gevestigd te 33334 Gütersloh, Duitsland,
2. DESIGN-3000 VERTRIEBSGESELLSCHAFT MBH, een rechtspersoon naar het recht van de Duitse Bondsrepubliek, gevestigd te 64711 Erbach, Duitsland
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MOBACH GROOTHANDEL B.V., gevestigd te Kockengen,
gedaagden,
procureur mr. J. van Eijk,
advocaat mr. F.C. Folmer te Amsterdam.
en:
ZET BVBA, een rechtspersoon naar het recht van België
gevestigd te Schoten, België
gevoegde partij aan de zijde van gedaagden,
procureur mr. J. van Eijk,
advocaten mr. P.N.A.M. Claassen te Breda en mtr. J. Keustermans te Turnhout, België
Eiseres zal hierna als Fatboy en gedaagden als Sitting Bull c.s. worden aangeduid. Gevoegde partij zal worden aangeduid als Zet.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot voeging aan de zijde van gedaagden
NB: de conclusie van antwoord daarop van Fatboy bereikte de rechter pas na de zitting waarop de voeging al was toegestaan; de rechter heeft op die conclusie geen acht geslagen.
- de mondelinge behandeling, waarbij de voeging van Zet werd toegestaan
- de pleitnota van Fatboy
- de pleitnota van Sitting Bull c.s
- de pleitnota van Zet.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Zekere Setälä te Finland pretendeert de ontwerper te zijn van een zitzak, de “Fatboy-the-Original”. Het betreft een zitzak in de vorm van een buitenproportioneel groot hoofdkussen van het formaat 1.80 x 1.40 m, gemaakt van nylon stof, gevuld met schuimkorrels en voorzien van een brede rand (zogenaamde “Oxford”-rand). Setälä heeft al zijn beweerdelijke intellectuele eigendomsrechten (meer in het bijzonder auteursrechten) op de Fatboy-the-Original overgedragen aan Fatboy.
2.2. Naast de Fatboy-the-Original brengt Fatboy onder meer de volgende producten op de markt, Fatboy Point, Fatboy Junior, Doggielounge small, Dougielounge large en de Catbag.
2.3. Sitting Bull is een producent van zitzakken, die haar zitzakken-collectie in meer dan 30 landen wereldwijd distribueert. Design 3000 en Mobach zijn distributeurs van de Sitting Bull zitzakken.
2.4. Zet brengt een zitzak onder de naam “Sit on it” op de markt.
3. Het geschil
3.1. Fatboy vordert, na vermeerdering van eis, tegen Sitting Bull c.s. zakelijk en sterk verkort weergegeven:
1. een verbod om inbreuk te maken op haar de intellectuele eigendomsrechten, meer in het bijzonder door Sitting Bull c.s. te verbieden inbreukmakende nabootsingen van de Fatboy-zitproducten te verspreiden;
2. een bevel tot terugname van voorraden inbreukmakende nabootsingen van de Fatboy-zitproducten bij hun afnemers;
3. een bevel tot vernietiging van alle inbreukmakende zitzakken;
4. een bevel tot vernietiging van (reclame)materialen waarin de inbreukmakende zitzakken worden aangeboden of getoond, en deze van websites te verwijderen;
5. een bevel tot aanschrijving aan hun afnemers en
6. een bevel tot plaatsing op de “homepage” van hun websites van een tekst waaruit van het rechterlijk oordeel over de inbreuken en het staken van de distributie mededeling wordt gedaan;
7. een bevel tot verificatie van een en ander door een registeraccountant;
8. veroordeling tot betaling van dwangsommen en van een volledige kstenveroordeling ex art. 1019 Rv.
Fatboy legt aan haar vorderingen in algemene zin ten grondslag dat Sitting Bull c.s. met hun producten inbreuk maken op de aan haar overgedragen auteursrechten op de Fatboy-the-Original en dat zij onrechtmatig handelen jegens Fatboy door het op de markt brengen van de Sitzsack, Mini Bull, Round, Pet Bull, Pet Bull L en Pet Bull S, waardoor Fatboy c.s. schade hebben geleden en nog lijden. Ter onderbouwing hiervan stelt Fatboy - samengevat - het navolgende.
3.1.1. Setälä heeft de Fatboy-the-Original ontworpen in 1998. Eerder hebben de rechtbank ’s-Hertogenbosch in haar vonnis van 6 juni 2007 en de voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem bij vonnis van 21 september 2007 reeds geoordeeld dat het ontwerp van de Fatboy-the-Original auteursrechtelijk beschermd is.
3.1.2. Het totaalbeeld van de grote Sitting Bull zitzak en de producten in de “Fashion Bag” lijn van Sitting Bull is gelijk aan het totaalbeeld van Fatboy-the-Original. Fatboy brengt afbeeldingen van andere zitzakken in het geding die dateren van vóór 1998. Daaruit blijkt dat het mogelijk is zitzakken te ontwerpen met dezelfde functionaliteit, waarvan de vormgeving van het ontwerp, het formaat, de plaatsing en vormgeving van het label, de kleurstelling en de materiaalkeuze evident afwijken van het ontwerp van de Fatboy-the-Original. Er bestaat dan ook geen enkele noodzaak om het ontwerp van Setälä te kopiëren. Met het openbaar maken en verveelvoudigen van de grote Sitting Bull zitzak en alle producten in de “Fashion Bag”-lijn maken Sitting Bull c.s. derhalve inbreuk op de auteursrechten van Fatboy.
3.1.3. De zitproducten van Fatboy als de Fatboy Point, Fatboy Junior, Doggielounge Small, Dougielounge Large en Catbag hebben een eigen gezicht en een eigen plek op de markt. De Sitzsack, Mini Bull, Round, Pet Bull, Pet Bull L en Pet Bull S, zijn slaafse nabootsingen van de zitproducten van Fatboy. Door de grote mate van gelijkenis tussen de producten van Fatboy en die van Sitting Bull c.s. wordt nodeloos verwarringsgevaar gecreëerd. Sitting Bull. c.s. hadden op de punten van overeenstemming gemakkelijk een andere weg kunnen inslaan, nu het elementen van vormgeving betreft.
3.1.4. Het nodeloos verwarringsgevaar wordt nog versterkt door de identieke vormgeving van de producten van Sitting Bull c.s. én de sterk overeenstemmende wijze waarop deze producten aan het publiek worden gepresenteerd. Sitting Bull c.s. hebben niet alleen de gehele productenlijn van Fatboy gekopieerd, maar hebben elk denkbaar onderscheidingsmiddel van Fatboy en haar producten rechtstreeks van Fatboy overgenomen, zoals het gebruik van nagenoeg identieke kleuren en de nagenoeg identieke wijze van adverteren door Sitting Bull c.s. Fatboy lijdt schade als gevolg van het handelen van Sitting Bull c.s., onder meer ten gevolge van winstderving en prijsbederf en heeft derhalve een spoedeisend belang bij de onderhavige vorderingen.
3.2. Sitting Bull c.s. en Zet voeren daartegen de volgende verweren.
3.2.1. Er is geen sprake van een spoedeisend belang, nu Fatboy al ruim 2 jaar op de hoogte is van Sitting Bull en haar producten.
3.2.2. De Fatboy Original mist originaliteit. Sitting Bull en Zet verwijzen daarvoor naar afbeeldingen van de “Airbag” van de Finse ontwerper J. Suppanen (Sitting Bull c.s., prod’s 12 en 19), die reeds in 1997 werden afgebeeld in het designblad “Frame”. In productie 13 van Sitting Bull c.s. zijn de Airbag en de eerste schets van Setälä over elkaar heen gelegd, waaruit wel moet worden afgeleid dat de tekening van Setälä ontleend is aan de Airbag. Nu Fatboy en Setälä zelf stellen dat de eerste schets van de Fatboy-the-Original dateert uit 1998, bestaat er geen discussie over welk ontwerp anterieur is. Aan de Fatboy-the-Original komt dan ook geen auteursrechtelijke bescherming toe.
3.2.3. Er bestaan ernstige aanwijzingen dat het vonnis van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 7 juni 2007, gewezen tussen Fatboy BV en een derde, H.M.G. BV, geen procedure op “echte” tegenspraak is geweest. Aan dit vonnis kan dan ook niet betekenis worden toegekend die Fatboy daaraan gehecht wil zien.
3.2.4. Het kussenmodel bestaat al tientallen, zo niet honderden jaren en kan niet worden gemonopoliseerd. Het enkele ‘opblazen’ van het formaat van een kussen creëert geen nieuw auteursrechtelijk werk.
3.2.5. Voorts kan geen sprake zijn van slaafse nabootsing nu de producten van Fatboy onvoldoende onderscheidend vermogen hebben en geen eigen positie op de markt innemen. Er is een aanzienlijk aantal zitzakken van andere producenten op de markt aanwezig die (nagenoeg) identiek zijn aan of in ieder geval in hoge mate overeenstemmen met de zitzak van Fatboy. Het feit dat Fatboy een bekend merk is in de markt en een hele sterke branding heeft gevoerd de afgelopen jaren, betekent nog niet dat de onderliggende producten allemaal en ieder voor zich een eigen gezicht hebben. Voorts kan van het systematisch nabootsen van de gehele productlijn van Fatboy geen sprake zijn nu slechts 5 van de producten van Sitting Bull gelijkenis vertonen met de producten van Fatboy en juist de vier Fatboy producten die iets bijzonders hebben, zoals de “headdenmock” hangmat, de “outdoor” zak de “avenue” zitelementjes en de Marimekko printed zakken, niet in de collectie van Sitting Bull voorkomen.
4. De beoordeling
4.1. Het voegingsincident
Voor voeging in kort geding is reeds voldoende dat de gevoegde partij een rechtstreeks en in rechte erkenbaar belang heeft om met eigen argumentatie als partij in het geding op te komen (vgl. HR 15-11-1996, NJ 1997, 482).
Een dergelijk belang is hier aanwezig. Tussen Zet en Fatboy is een vergelijkbare procedure aanhangig voor de rechtbank te Antwerpen. Zet stelt dat Fatboy bij toewijzing van de vordering van Fatboy dit vonnis als precedent zal aanwenden in de procedure bij de rechtbank Antwerpen. Nu niet aannemelijk is dat de bij dit kort geding vereiste spoed en goede procesorde door de voeging zal worden geschaad werd Zet toegelaten als gevoegde partij aan de zijde van het Sitting Bull c.s.
4.2. Het spoedeisend belang
Het spoedeisend belang volgt genoegzaam uit de door Fatboy gesteld inbreuk op haar auteursrecht, de gestelde slaafse nabootsing en de daarmee samenhangende vorderingen. Het verweer van Sitting Bull c.s. op dit punt treft geen doel.
4.3. De auteursrechtelijke bescherming van de Fatboy-zitzak
Het verweer van Sitting Bull c.s. dat de Fatboy-the-Original niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, is gegrond.
4.3.1. De door Sitting Bull c.s. overgelegde productie 13 houdt in:
A. een Statement d.d. 25 september 2005 van Setälä waarin deze verklaart:
I have designed the Fatboy the Original. I enclose one of the oldest drawings (from 1998) of the Fatboy the Original (enclosure 1).
B. genoemde “enclosure 1”;
D. pagina 3 van het proces-verbaal van comparitie, gehouden in de zaak 140608 / HA ZA 06-718 tussen Fatboy BV en HMG Bedtextiel BV, waarin Setälä verklaart:
“Ik kende geen zitzakken in kussenvorm toen ik het ontwerp voor de Fatboy the Original maakte. Ik kende wel de “Sacco”, een bekend ontwerp uit de jaren ’60. Zitzakken waren in 1998, toen ik de Fatboy ontwierp, uit de mode.”
Maar in die productie 13 wordt ook de foto getoond van het zitkussen, de “Airbag” van de (eveneens Finse) ontwerper Suppanen, welke foto was gepubliceerd in het tijdschrift FRAME in december 1997 op blz. 74 (Sitting Bull c.s., prod. 12). Deze foto wordt nog duidelijker getoond in punt 70 van de pleitnota van de raadsman van tussenkomende partij Zet.
4.3.2. Sitting Bull c.s. (in haar productie 13) en Zet (in de pleitnota van haar raadsman, punt 70) tonen overtuigend aan dat de schetstekening van Setälä uit 1998, waaromtrent deze zelf verklaart dat het één van de oudste ontwerp-tekeningen van de Fatboy-the-Original betreft, is overgetrokken van de foto van J. Suppanen van de Airbag in het tijdschrift FRAME. Het over elkaar leggen van de schets van Setälä op de foto van de Airbag van J. Suppanen maakt pijnlijk duidelijk dat de karakteristieke belijning van de Airbag precies onder de schets van Setälä valt. Klaarblijkelijk heeft Setälä deze schets vervaardigd door simpelweg overtrekken van de foto van Suppanens ontwerp. Aldus mist het ontwerp van Setälä originaliteit, zodat aan de Fatboy-the-Original op basis hiervan geen auteursrechtelijke bescherming toekomt.
4.4. De betekenis van het rechtbankvonnis van 6 juni 2007
Dit oordeel wordt niet anders na kennisneming door de rechter van het vonnis van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 6 juni 2007, gewezen tussen Fatboy en H.M.G. c.s., waarnaar Fatboy verwijst en waarin de rechtbank tussen die partijen heeft geoordeeld dat de Fatboy-the-Original wèl in aanmerking komt voor auteursrechtelijke bescherming. Daarvoor is het volgende van belang.
4.4.1. Ten tijde van het vonnis van 6 juni 2007 was de rechtbank niet bekend met de thans als producties 12 en 19 aan de zijde van Sitting Bull c.s. overgelegde ontwerpen van de Airbag, die al in 1997 in het tijdschrift “Frame” werden afgebeeld. Die onbekendheid is (mede) bepalend geweest voor de beslissing van de rechtbank, zoals blijkt uit rechtsoverweging 4.1.2. van haar vonnis waar wordt overwogen: “Uit de overige door H.M.G. c.s. overgelegde producties blijkt niet dat vóór 1 januari 1999 een zitzak met de combinatie van dezelfde kenmerkende elementen als die van de Fatboy-the-Original op de markt is gebracht, zodat er geen reden is uit te gaan van ontlening door Setälä.”
Bovendien lijkt hier sterk op dat Setälä met zijn verklaring ter comparitie:
“Ik kende geen zitzakken in kussenvorm toen ik het ontwerp voor de Fatboy the Original maakte. Ik kende wel de “Sacco”, een bekend ontwerp uit de jaren ’60. Zitzakken waren in 1998, toen ik de Fatboy ontwierp, uit de mode.”
onwaarheid heeft gesproken en de rechtbank heeft misleid.
Gelet hierop valt geenszins uit te sluiten dat de rechtbank met de wetenschap omtrent een en ander van nu tot een ander oordeel was gekomen.
4.4.2. Uit het overgelegde getuigenverhoor van de heer M. Aktas, van H.M.G., (Sitting Bull c.s., prod. 16) is voorts voldoende aannemelijk geworden dat het bestaan van de (tekening van de) Airbag wèl al bekend was bij H.M.G. c.s. en deze informatie destijds min of meer bewust aan de rechtbank is onthouden. Zo antwoordt de heer M. Aktas tijdens het door Zet geëntameerde voorlopig getuigenverhoor op een vraag van de rechter commissaris over de schets van de Airbag:
“Zo ja, wanneer en hoe heeft u van deze afbeelding kennis genomen?
Dit hebben wij toen in Finland gevonden maar niet meer nodig gehad vanwege de schikking. Wat ik heb gezien was zwart (wit), geen full color. Het was wel ongeveer dezelfde zak. Ik weet niet of deze afbeelding aan Fatboy is gezonden. Hij is gehaald uit een oud Fins boek.”
en op de vraag:
“Is deze afbeelding aan de rechtbank in Den Bosch overgelegd?
Ik dacht van niet, omdat we schikking hadden.”
4.4.3. Bij het voorgaande is tevens van belang dat het vonnis tot stand is gekomen, terwijl er tussen partijen reeds een vaststellingsovereenkomst (productie 9 van de zijde van Sitting Bull c.s.) was gesloten; niet kan worden uitgesloten dat dat vonnis slechts is uitgelokt om een vorm van precedent te verkrijgen. Een verdere aanwijzing daarvoor is, dat dat vonnis niet is betekend en dat geen hoger beroep werd ingesteld.
4.4.4. Gezien het voorgaande dient de betekenis van het vonnis van deze rechtbank van 6 juni 2007 strikt beperkt te worden tot de rechtsbetrekking tussen hen die partij waren bij dat vonnis en is dat vonnis in dit kort geding zelfs niet langer van richtinggevende betekenis.
4.5. De auteursrechtelijke bescherming van de Airbag
Fatboy heeft zich - onder wijziging van haar eis - op het standpunt gesteld dat, voor zover moet worden aangenomen dat aan de Fatboy-the-Original geen auteursrechtelijke bescherming toekomt in verband met de Airbag, in dat geval de Sitting Bull Sitzsack inbreuk maakt op het op de Airbag rustende auteursrecht, waarvan Fatboy inmiddels ook de rechten heeft verworven. Dit betoog slaagt niet. Nog afgezien van de vraag of aan de Airbag auteursrechtelijke bescherming toekomt (het debat tussen partijen is hierover niet gevoerd en Setälä meende kennelijk van niet, anders had hij niet overgetrokken) is de (uiteindelijke) uiterlijke verschijningsvorm van de Airbag, door zijn karakteristieke banden en de gestikte naad in het midden, waardoor meer de vorm van een stoel ontstaat en de rug door de banden de functie van rugleuning vervult, zo afwijkend van de Sitzsack van Sitting Bull c.s., dat reeds hierom niet kan worden gezegd dat de Fatboy-the-Original en/of de Sitzsack inbreuk maken op eventuele auteursrechten op de Airbag.
4.6. Slaafse nabootsing
Voor de toewijsbaarheid van een op slaafse nabootsing gebaseerde vordering is vereist dat het nagebootste product zich qua uiterlijk van de andere in de handel zijnde modellen aanmerkelijk onderscheidt. Het gaat daarbij om het totaalbeeld dat die producten oproepen bij een gemiddeld (kopers-)publiek. Anders dan Fatboy stelt is van een onderscheidend vermogen van de Fatboy op de zitzakkenmarkt in voormelde zin geen sprake.
4.6.1. Daarvoor is van belang dat de zitzakken van Fatboy op zichzelf geen bijzondere vormen kennen, maar passen in een lange traditie van het informele gebruik van grote kussens, dat zoals Sitting Bull c.s. onweersproken stellen, al stamt uit de Middeleeuwen. De vormgeving van de Fatboy wordt voornamelijk bepaald door de functionele- en gebruikseisen die de consument aan een zitzak stelt. Dit geldt zowel voor de Fatboy-the-Original, (afmeting 180 cm x 140 cm, ter grootte van een mens) als de Fatboy Junior (afmetingen geschikt voor een kind), Doggielounge Small (voor een kleine hond), Dougielounge Large (voor een grote hond) en de Catbag (voor een kat), de laatsten overigens wel erg gewone zitkussens. De Fatboy Point heeft de volstrekt basale vorm van een poef, zodat ook hierbij geen sprake is van een voldoende onderscheidend vermogen.
4.6.2. Uit de door Sitting Bull c.s. overgelegde producties, alsmede de ter zitting getoonde zitzakken kan voorts genoegzaam worden afgeleid dat de vormgeving van de Fatboy ten opzichte van de overige zitzakken die op de relevante markt aanwezig zijn wat hun vormgeving betreft geen eigen plaats innemen. Fatboy heeft weliswaar ten aanzien van een groot aantal van de overgelegde producties gesteld dat zij ofwel met de producenten/distributeurs van de zitzakken een schikking hebben getroffen, dan wel acties hebben ondernomen om tot beëindiging van de inbreuk te komen, maar dit standpunt kan, nu Sitting Bull c.s. deze stelling op een groot aantal punten gemotiveerd hebben betwist, zonder nadere concrete onderbouwing en mede gelet op het grote aantal in het geding gebrachte producties van Sitting Bull c.s. niet voldoende overtuigen. Bovendien wisten deze ondernemers wellicht niets omtrent de weinig originele wijze waarop Setälä middels overtrekken tot zijn ontwerp is gekomen. Onder deze omstandigheden is van onrechtmatige nabootsing van de producten van Fatboy geen sprake.
4.6.3. Fatboy heeft nog aangevoerd dat het nabootsen van de “lijn” van de producten van Fatboy onrechtmatig is te achten. Ook dit betoog faalt. Een algemeen verbod om een bepaalde stijl en/of een bepaalde format slaafs na te bootsen vindt geen grondslag in het recht. Het moet gaan om de uitwerking in een concreet, stoffelijk product, waarin een bepaalde stijl kan zijn toegepast. Nog afgezien van de vraag of de gehele “lijn” van producten van Fatboy wordt nagebootst (het gaat immers om slechts 5 producten), kan van onrechtmatig handelen aan de zijde van Sitting Bull c.s. op deze grond dus geen sprake zijn. Nu, zoals hiervoor reeds is overwogen, voor elk afzonderlijk concreet product van Fatboy niet geldt dat sprake is van voldoende onderscheidend vermogen, kan van onrechtmatige slaafse nabootsing geen sprake zijn.
4.6.4. Voor zover Fatboy ook ten aanzien van de slaafse nabootsing verwijst naar het vonnis van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 6 juni 2007, verwijst de voorzieningenrechter allereerst naar hetgeen hiervoor reeds is overwogen over de beperkte werking van dit vonnis jegens derden. Daarbij komt dat uit de overwegingen van de rechtbank op dit punt kan worden afgeleid dat H.M.G. c.s. op dit punt een weinig serieus verweer hebben gevoerd. Zo kan uit het vonnis worden afgeleid dat H.M.G. c.s. wel hebben betwist dat de Fatboy producten een eigen gezicht in de markt hebben (r.o. 4.5.2. van dat vonnis) maar H.M.G. c.s. daarbij tegelijkertijd ook hebben aangevoerd dat Fatboy marktleider is. De rechtbank heeft vervolgens de gevolgtrekking gemaakt dat “de producten van Fatboy en met name de Fatboy-the-Original kennelijk een referentiepunt binnen de markt voor zitzakken is.” en heeft mede op basis hiervan geconcludeerd dat sprake is van slaafse nabootsing.
4.6.5. Voor het overige heeft Fatboy voor de door haar gebruikte kleuren geen merkinschrijving gedaan; daarbuiten kan van het in het algemeen ongewenste monopoliseren van kleuren slechts onder zeer bijzondere omstandigheden, waaromtrent onvoldoende is gesteld of gebleken, sprake zijn.
De dessins van Sitting Bull c.s. zijn deels wezenlijk anders of betreffen vormen zoals bloemmotieven, die algemeen gebruikelijk zijn en die, waar zij niet identiek zijn, geen onrechtmatige navolging opleveren.
De advertenties van Sitting Bull c.s. mogen door Fatboy als hinderlijk gelijkvormig aan die van haarzelf worden ervaren, maar daarop hebben haar vorderingen geen betrekking.
4.7. Slotoverwegingen
Gezien het voorgaande moeten de vorderingen van Fatboy worden afgewezen. Fatboy zal als de in het ongelijk gestelde partij op de voet van artikel 1019h Rv. in de volledige proceskosten worden veroordeeld.
4.7.1. De rechter acht de door Sitting Bull c.s. terzake gevorderde € 39.770,17 voor deze behandeling in kort geding niet evenredig en redelijk. Bovendien is de opgave inclusief een door niets gemotiveerde 6% “kantooropslag” en 19% btw. die de voor de cliënt van de raadsman van gedaagden geen kostenpost vormt. Wel houdt de rechter er rekening mee dat de zaak, mede door de opstelling van Setälä, voor Fatboy extreem gecompliceerd is geworden. De integrale kosten aan de zijde van Sitting Bull c.s., worden op deze gronden begroot op € 254,00 verschotten en € 20.000,00 salaris, tezamen € 20.254,00.
4.7.2. De betogen zijdens de voegende partij Zet hebben niets extra bijgedragen aan dat wat zijdens Sitting Bull c.s. reeds werd aangevoerd en aan producties overgelegd. De voeging was verregaand overbodig en kon slechts dienen om te voorkomen dat Sitting Bull c.s. verweren zouden laten liggen. Op grond daarvan zullen de kosten van het voegingsincident worden begroot op € 226,00 (0,5 punt tarief II) en die van Zet in de hoofdzaak op € 2.754,00, waarvan € 254,00 vast recht en € 2.500,00 salaris.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
in het voegingsincident:
5.1. laat Zet toe als gevoegde partij aan de zijde van gedaagden, Sitting Bull c.s.,
5.2. veroordeelt Fatboy in de proceskosten in het incident aan de zijde van Zet, tot op heden begroot op € 226,00,
in de hoofdzaak:
5.3. wijst de vorderingen af,
5.4. veroordeelt Fatboy in de proceskosten aan de zijde van gedaagden Sitting Bull c.s. tot op heden begroot op € 20.254,00 en aan de zijde van voegende partij Zet op € 2.754,00;
5.5. verklaart dit vonnis voor wat betreft de uitgesproken kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.W. Rullmann en in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2008.