Einde inhoudsopgave
Wet medewerking verdedigingsvoorbereiding
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1939
- Bronpublicatie:
24-06-1939, Stb. 1939, 630 (uitgifte: 30-06-1939, kamerstukken: 267 )
- Inwerkingtreding
01-07-1939
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-1939, Stb. 1939, 630 (uitgifte: 30-06-1939, kamerstukken: 267 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
1.
Alvorens tot een vordering, als bedoeld in artikel 2, wordt besloten, zal Onze daartoe aangewezen Minister overleg plegen met den betrokken persoon of het betrokken lichaam.
2.
Wanneer zoodanig overleg zou moeten plaats hebben met een groep van personen of lichamen, die eenzelfde beroep, bedrijf of werkzaamheid uitoefenen of bij wie met betrekking tot de te vorderen medewerking overeenkomstige belangen aanwezig zijn, kan de Minister het overleg plegen met enkele dier personen of lichamen, door hem aan te wijzen. De aanwijzing geschiedt bij voorkeur, nadat de beroeps- of bedrijfsorganisaties der betrokkenen terzake zijn gehoord.