JWB 2015/222
Procesrecht, cassatie, verzoekschrift, ontvankelijkheid
HR 19-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1684
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 juni 2015
- Zaaknummer
14/06504
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1684, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:454, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑04‑2015
- Wetingang
Essentie
Procesrecht, cassatie, verzoekschrift, ontvankelijkheid
Samenvatting
Casus
De verzoekers tot cassatie hebben bij een door henzelf ondertekend schriftuur cassatieberoep tegen een arrest van het hof ingesteld. Zij hebben geen gebruik gemaakt van een daartoe bevoegde cassatieadvocaat.
Rechtsvraag
In cassatie staat de ontvankelijkheid van het ingestelde cassatieberoep centraal.
Beslissing
De Hoge Raad stelt vast dat de verzoekers tot cassatie beroep in cassatie hebben ingesteld. Zij hebben dit niet gedaan bij een stuk dat door een cassatieadvocaat is ondertekend. Aangezien het door de verzoekers tot cassatie ingediende stuk niet aan de eisen van art. 11 Rv en art. 45 Rv, merkt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.