NJ 2012/627
Verplichting van art. 21 Rv tot juiste en volledige voorlichting wederpartij en rechter; feitelijk oordeel; sanctie op niet-naleving; ambtshalve toepassing; verrassingsbeslissing?; art. 21 Rv van toepassing in alle in Rv geregelde procedures.
HR 25-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9675, m.nt. H.J. Snijders (Waarheidsplicht)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 maart 2011
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
10/00309
- Conclusie
A-G mr. J.L.R.A. Huydecoper
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
BO9675
- Roepnaam
Waarheidsplicht
- JCDI
JCDI:ADS127356:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO9675, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO9675, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑01‑2010
- Wetingang
Rv art. 21
Essentie
Verplichting van art. 21 Rv tot juiste en volledige voorlichting wederpartij en rechter; feitelijk oordeel; sanctie op niet-naleving; ambtshalve toepassing; verrassingsbeslissing?; art. 21 Rv van toepassing in alle in Rv geregelde procedures.
De verplichting van art. 21 Rv tot een juiste en volledige voorlichting van de rechter en de wederpartij geldt voor alle in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering geregelde procedures. Als partijen niet aan deze verplichting hebben voldaan, staat het de rechter vrij daaraan de gevolgtrekkingen te verbinden die hij geraden acht. Of partijen aan deze verplichting hebben voldaan, berust op een aan de feitenrechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.