RFR 2020/43
Partneralimentatie. Zijn partijen in hun echtscheidingsconvenant bewust afgeweken van de wettelijke maatstaven?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 december 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/01327
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS193487:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1938, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1181, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑2019
- Wetingang
Essentie
Partneralimentatie. Echtscheidingsconvenant.
Zijn partijen in hun echtscheidingsconvenant bewust afgeweken van de wettelijke maatstaven? Wanneer is er sprake van bewuste afwijking van de wettelijke maatstaven?
Samenvatting
Op 8 januari 2016 is het huwelijk van partijen ontbonden. In een echtscheidingsconvenant tevens vaststellingsovereenkomst zijn partijen een door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie overeengekomen van € 2.250 per maand met ingang van 1 oktober 2015. De man heeft daarvan wijziging verzocht, primair op grond van art. 1:401 lid 5 BW (grove miskenning van de wettelijke maatstaven) en subsidiair op grond van art. 1:401 lid 1 BW ...