Einde inhoudsopgave
Belasting fiscale beleggingsinstelling 2024
1 Inleiding
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2024
- Bronpublicatie:
22-05-2024, Stcrt. 2024, 17312 (uitgifte: 10-06-2024, regelingnummer: 2024-11642)
- Inwerkingtreding
11-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2024, Stcrt. 2024, 17312 (uitgifte: 10-06-2024, regelingnummer: 2024-11642)
- Vakgebied(en)
Dividendbelasting / Heffingswijze
Dividendbelasting / Voorwerp van belasting
Vennootschapsbelasting / Beleggingsinstelling
De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 bevat twee bijzondere regelingen voor beleggingsinstellingen. Deze zijn opgenomen in respectievelijk artikel 6a en artikel 28. Beide regelingen kennen verschillende vereisten en gevolgen. Artikel 6a geeft een volledige (subjectieve) vrijstelling en stelt vooral eisen op het gebied van de beleggingen. Artikel 28 biedt de mogelijkheid van een tarief van nul percent en stelt vooral eisen op het gebied van aandeelhouders en dividendpolitiek. Dit besluit bevat het beleid ten aanzien van de beleggingsinstelling die gebruik maakt van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Wat in het besluit wordt vermeld met betrekking tot naamloze en besloten vennootschapen en de aandelen in deze vennootschappen geldt op gelijke wijze voor fondsen voor gemene rekening en bewijzen van deelgerechtigdheid in deze fondsen, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld. Alle in dit besluit opgenomen goedkeuringen zijn gebaseerd op de ministeriële afwijkingsbevoegdheid van artikel 28, vijfde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
Onbenoemd 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen