RF 2019/4
Nalevingstoezicht. Wanneer is sprake van een verhoor en mogen verklaringen die in het kader van nalevingstoezicht onder dwang zijn afgelegd worden gebruikt als bewijs? (Appellante/B&W Amsterdam)
ABRvS 27-06-2018, ECLI:NL:RVS:2018:2115
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
27 juni 2018
- Magistraten
Mrs. B.J. van Ettekoven, T.G.M. Simons, C.J. Borman, H.C.P. Venema, R.J. Koopman
- Zaaknummer
201601765/1/A2
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS246701:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:2115, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 27‑06‑2018
- Wetingang
Art. 5:10a, 5:20 Awb
Essentie
Nalevingstoezicht. Cautie. Zwijgrecht.
Wanneer is sprake van een verhoor en mogen verklaringen die in het kader van nalevingstoezicht onder dwang zijn afgelegd worden gebruikt als bewijs? Aan wie komt het zwijgrecht toe?
Samenvatting
In deze zaak is door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan een B.V. die buitenschoolse opvang verzorgt (de vennootschap) een bestuurlijke boete opgelegd van € 6000, omdat niet werd voldaan aan de eis dat kinderen worden opgevangen in basisgroepen die uit ten hoogste 20 kinderen bestaan. Het bewijs voor de overtreding bestond mede uit verklaringen van werknemers van de vennootschap. Volgens de vennootschap ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.