Einde inhoudsopgave
Politiewet 2012
Artikel 78 [Samenstelling en werkwijze]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
25-05-2016, Stb. 2016, 203 (uitgifte: 07-06-2016, kamerstukken: 34129)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-11-2016, Stb. 2016, 439 (uitgifte: 25-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Politierecht (V)
1.
De raad van advies van de Politieacademie bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden, waaronder een voorzitter.
2.
De artikelen 9, 11, 12, tweede lid, 13, 18, 39, eerste lid, en 41 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen zijn van overeenkomstige toepassing op de raad van advies van de Politieacademie, met dien verstande dat hij het jaarverslag, bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen tezamen met het jaarverslag van de directeur van de Politieacademie kan uitbrengen.
3.
De raad van advies van de Politieacademie stelt bij reglement in ieder geval regels vast omtrent zijn werkwijze.
4.
Onze Minister kent de leden van de raad van advies van de Politieacademie, ten laste van de Politieacademie, een vergoeding toe voor hun werkzaamheden. De leden hebben aanspraak op vergoeding door de Politieacademie van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte reis- en verblijfkosten.