Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/14.5.1
14.5.1 Inleiding
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS368196:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Europees belastingrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Op grond van art. 3 lid 1 onderdeel 1 Besluit op de Omzetbelasting 1940 werd als ondernemer aangemerkt: 'ieder die hier te lande een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent'.
Art. 6 lid 1 Wet op de Omzetbelasting 1954 bepaalde dat onder “ondernemer” werd verstaan: “ieder die een beroep of bedrijf zelfstandig uitoefent”.
Zie onder meer: TC 6 december 1955, nr. 7835 O, BNB 1956/87. Zie ook: conclusie van A-G Van Hilten van 21 januari 2008, nr. 43 930, BNB 2009/41, punt 5.4.
In ons nationale recht wordt wel verondersteld dat wanneer handelingen plaatsvinden in de besloten kring of de eigen kring, dan wel plaatsvinden buiten het maatschappelijk of economisch verkeer, de handelingen onbelastbaar zijn. Deze begrippen zijn echter afkomstig uit jurisprudentie met betrekking tot het Besluit op de Omzetbelasting 19401 en de Wet op de Omzetbelasting 1954.2 Beide zijn cumulatieve cascadestelsels, waarin aan het begrip “ondernemer” (belastingplichtige) een beperktere werking wordt toegekend dan in het huidige btw-stelsel.
De begrippen “besloten kring” en “eigen kring” zijn van oudsher tegenhangers van de begrippen “maatschappelijk verkeer” en “economisch verkeer”.3 Wanneer een handeling in de besloten kring of in de eigen kring plaatsvond, werd hij verondersteld niet plaats te vinden in het maatschappelijk verkeer of in het economisch verkeer. Het handelen in het maatschappelijk / economisch verkeer hield enerzijds verband met het begrip “ieder” en anderzijds verband met het begrip “bedrijf” van art. 7 lid 1 Wet OB (vgl. art. 3 lid 1 Besluit op de Omzetbelasting 1940 en art. 6 lid 1 Wet op de Omzetbelasting 1954).
In de jurisprudentie en in de literatuur zijn geen duidelijke omschrijvingen te vinden van de bedoelde begrippen. Het lijkt er zelfs sterk op dat begrippen zoals besloten kring en eigen kring door elkaar heen werden gebruikt. Het begrip “maatschappelijk verkeer” is langzamerhand op de achtergrond geraakt en vervangen door het begrip “economisch verkeer”. Als gevolg van het onzuivere gebruik van de begrippen is het niet mogelijk precies te duiden wat de functie van elk afzonderlijk begrip is. Wel is het mogelijk aan te geven wat de functie van het begrippenapparaat als geheel was.