Einde inhoudsopgave
Besluit zeevarenden
Artikel 120
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
31-01-2019, Stb. 2019, 44 (uitgifte: 11-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2019, Stb. 2019, 44 (uitgifte: 11-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
Aan boord van een schip waarvan de voorgeschreven bemanning uit meer dan 9 personen bestaat, moet daarboven een scheepskok belast zijn met het beheer en de bereiding van de voeding.
2.
Onder scheepskok wordt verstaan een persoon van 18 jaar of ouder in het bezit van het bekwaamheidsbewijs scheepskok.
3.
Onze Minister kan bekwaamheidsbewijzen en vaarbevoegdheidsbewijzen, door bevoegde autoriteiten in andere landen afgegeven op grond van het Verdrag betreffende het diploma van bekwaamheid als scheepskok, 1946, of van het Maritiem Arbeidsverdrag, als gelijkwaardig aan Nederlandse bekwaamheidsbewijzen erkennen.