Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1940 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/1012 wat betreft de inhoud en vorm van zoötechnische certificaten die worden afgegeven voor raszuivere fokpaarden en -ezels, vervat in een uniek, levenslang geldig identificatiedocument voor paardachtigen
Bijlage
Geldend
Geldend vanaf 14-11-2017
- Bronpublicatie:
13-07-2017, PbEU 2017, L 275 (uitgifte: 25-10-2017, regelingnummer: 2017/1940)
- Inwerkingtreding
14-11-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2017, PbEU 2017, L 275 (uitgifte: 25-10-2017, regelingnummer: 2017/1940)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Veehouderij
Zoötechnisch certificaat voor de handel in raszuivere fokpaarden en -ezels (Equus caballusenEquus asinus), overeenkomstig bijlage V, deel 2, hoofdstuk I, bij Verordening (EU) 2016/1012 | |||||||||
DEEL I | |||||||||
1. | Naam van de stamboekvereniging of de bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) | ||||||||
2. | Naam van het stamboek | 3. | Naam van het ras | ||||||
4. | Naam en handelsnaam van het dier (1) en code van het geboorteland (2) | 5.1. | Individueel identificatienummer (3) | ||||||
6. | Stamboeknummer (5) | 5.2. | Uniek levensnummer (4) | □□□-□□□-□□□ □□□ □□□ | |||||
7. | Identificatie van het dier (1)(6) | ||||||||
7.1. | Transpondercode (1) Uitleessysteem (indien niet ISO 11784) (1) Barcode (1) | □□□ □□□ □□□ □□□ □□□ | |||||||
7.2. | Alternatieve identificatiemethode (1) | ||||||||
8. | Geboortedatum van het dier (dd/mm/jjjj) | 9. | Geboorteland van het dier | ||||||
10. | Naam, adres en e-mailadres (1) van de fokker | ||||||||
11. | Afstamming (7)(8) | ||||||||
11.1. | Vader Stamboeknummer en sectie | 11.1.1. | Grootvader van vaderszijde Stamboeknummer en sectie | 11.1.1.1. (1) | Overgrootvader van vaderszijde Stamboeknummer en sectie | ||||
11.1.1.2. (1) | Overgrootmoeder van vaderszijde Stamboeknummer en sectie | ||||||||
11.1.2. | Grootmoeder van vaderszijde Stamboeknummer en sectie | 11.1.2.1. (1) | Overgrootvader van vaderszijde Stamboeknummer en sectie | ||||||
11.1.2.2. (1) | Overgrootmoeder van vaderszijde Stamboeknummer en sectie | ||||||||
11.2. | Moeder Stamboeknummer en sectie | 11.2.1. | Grootvader van moederszijde Stamboeknummer en sectie | 11.2.1.1. (1) | Overgrootvader van moederszijde Stamboeknummer en sectie | ||||
11.2.1.2. (1) | Overgrootmoeder van moederszijde Stamboeknummer en sectie | ||||||||
11.2.2. | Grootmoeder van moederszijde Stamboeknummer en sectie | 11.2.2.1. (1) | Overgrootvader van moederszijde Stamboeknummer en sectie | ||||||
11.2.2.2. (1) | Overgrootmoeder van moederszijde Stamboeknummer en sectie | ||||||||
12.1. | Gedaan te (plaats van afgifte invullen) | 12.2. | Gedaan op (datum van afgifte invullen als dd/mm/jjjj) | 12.4. Handtekening | |||||
12.3 | Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar (in hoofdletters naam en hoedanigheid invullen van de persoon (9) die door de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die het certificaat uitgeeft, gemachtigd is dit deel van het zoötechnisch certificaat te ondertekenen) |
DEEL II | ||||||
1.1. | Individueel identificatienummer (1) | 2. | Identificatie van het dier (3) | |||
1.2. | Uniek levensnummer (2) □□□-□□□-□□□□□□□□□ | 2.1. | Transpondercode (4) □□□ □□□ □□□ □□□ □□□ Uitleessysteem (indien niet ISO 11784) (4) Barcode (4) | |||
3. | Geslacht | 2.2. | Alternatieve identificatiemethode (3) | |||
4. | Klasse in de hoofdsectie van het stamboek (4) | 5. | Naam, adres en e-mailadres (4) van de eigenaar (7) | |||
4.1. | Naam van het stamboek (5) | 4.2. | Klasse in de hoofdsectie (6) | |||
6. | Extra informatie (4)(8)(9) | |||||
6.1. | Resultaten van het prestatieonderzoek | |||||
6.2. | Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie die voor het laatst is uitgevoerd op (datum invullen als dd/mm/jjjj) | |||||
6.3. | Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het dier in verband met het fokprogramma | |||||
6.4. | Systeem voor de verificatie van de identiteit en resultaat (4)(10)(11) | 6.5. | Resultaten van de afstammingscontrole (4)(10)(12) | |||
7. | Inseminatie/paring (13)(14) | |||||
7.1. | Datum (dd/mm/jjjj) | |||||
7.2. | Nummer van het dekcertificaat (15) | |||||
7.3. | Identificatie van het mannelijke donordier | |||||
7.3.1. | Individueel identificatienummer (1) | |||||
7.3.2. | Uniek levensnummer (2) □□□-□□□-□□□□□□□□□ | |||||
7.3.3. | Systeem voor de verificatie van de identiteit en resultaat (4)(10)(11) | 7.3.4. | Resultaten van de afstammingscontrole (4) | |||
8.1. | Gedaan te (plaats van afgifte invullen) | 8.2. | Gedaan op (datum van afgifte invullen als dd/mm/jjjj) | 8.4. Handtekening | ||
8.3. | Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar (in hoofdletters naam en hoedanigheid invullen van de persoon (16) die door de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die het certificaat uitgeeft, gemachtigd is dit deel van het certificaat te ondertekenen) |
Voetnoten
Niet invullen indien niet van toepassing.
Landcode invullen indien vereist overeenkomstig internationale overeenkomsten voor het ras.
Het individueel identificatienummer overeenkomstig bijlage II, deel 1, hoofdstuk I, punt 3, bij Verordening (EU) 2016/1012, dat in artikel 114, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2016/429 als ‘unieke code’ wordt omschreven.
Vereist indien dit verschilt van het individueel identificatienummer of het uniek levensnummer, toegekend overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet vereist wanneer deel I van het zoötechnisch certificaat integraal deel uitmaakt van het uniek, levenslang geldig identificatiedocument dat is afgegeven door een stamboekvereniging. Indien het uniek, levenslang geldig identificatiedocument is afgegeven overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262, moet het uniek levensnummer zoals omschreven in artikel 2, onder o), van die verordening worden vermeld.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Verdere generaties opnemen in deel I, punt 11, indien nodig.
Het individueel identificatienummer overeenkomstig bijlage II, deel 1, hoofdstuk I, punt 3, bij Verordening (EU) 2016/1012 vermelden dat in artikel 114, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2016/429 als ‘unieke code’ wordt omschreven. Als het individueel identificatienummer niet beschikbaar is of verschilt van het nummer waaronder het dier in het stamboek is ingeschreven, het stamboeknummer invullen.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Die persoon moet de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012 vertegenwoordigen.
Het individueel identificatienummer overeenkomstig bijlage II, deel 1, hoofdstuk I, punt 3, bij Verordening (EU) 2016/1012, dat in artikel 114, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2016/429 als ‘unieke code’ wordt omschreven.
Niet vereist indien de informatie overeenstemt met informatie in deel I, punt 7, en de delen I en II een ondeelbaar geheel vormen en zijn vervat in of gehecht aan het uniek, levenslang geldig identificatiedocument. Indien het uniek, levenslang geldig identificatiedocument is afgegeven overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262, moet het uniek levensnummer zoals omschreven in artikel 2, onder o), van die verordening worden vermeld.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet vereist indien de informatie overeenstemt met informatie in deel I, punt 7, en de delen I en II een ondeelbaar geheel vormen en zijn vervat in of gehecht aan het uniek, levenslang geldig identificatiedocument. Indien het uniek, levenslang geldig identificatiedocument is afgegeven overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262, moet het uniek levensnummer zoals omschreven in artikel 2, onder o), van die verordening worden vermeld.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Niet vereist indien actuele informatie over de eigenaar is opgenomen in andere delen van het uniek, levenslang geldig identificatiedocument.
Vereist indien dit verschilt ten opzichte van deel I, punt 2.
Niet vereist indien deze informatie is verstrekt in sectie V van het overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 afgegeven identificatiedocument.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Indien nodig extra bladen toevoegen.
Indien die genetische informatie op een website beschikbaar is, kan worden volstaan met een verwijzing naar die website, indien de bevoegde autoriteit dit overeenkomstig artikel 32, lid 3, van Verordening (EU) 2016/1012 heeft toegestaan.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Op basis van DNA-analyse of analyse van de bloedgroep van het dier.
Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 vereist voor raszuivere fokpaarden en -ezels die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen worden vereist voor raszuivere fokpaarden en -ezels die voor de winning van eicellen en embryo's worden gebruikt.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Op basis van DNA-analyse of analyse van de bloedgroep van het dier.
Indien vereist door het fokprogramma.
Vereist voor drachtige vrouwelijke dieren. De informatie mag in een afzonderlijk document worden verstrekt.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Indien niet van toepassing, resultaten van afstammingscontrole verstrekken in punt 7.3.4.
Het individueel identificatienummer overeenkomstig bijlage II, deel 1, hoofdstuk I, punt 3, bij Verordening (EU) 2016/1012, dat in artikel 114, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2016/429 als ‘unieke code’ wordt omschreven.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Op basis van DNA-analyse of analyse van de bloedgroep van het dier.
Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 vereist voor raszuivere fokpaarden en -ezels die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen worden vereist voor raszuivere fokpaarden en -ezels die voor de winning van eicellen en embryo's worden gebruikt.
Niet invullen indien niet van toepassing.
Die persoon moet een vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.