Regeling vakbekwaamheid werknemers beleggingsondernemingen Wft
Artikel 2 Bepalingen ter uitvoering van artikel 5a van het besluit
Geldend
Geldend vanaf 05-01-2018
- Bronpublicatie:
22-12-2017, Stcrt. 2018, 237 (uitgifte: 04-01-2018, regelingnummer: 2017-0000211126)
- Inwerkingtreding
05-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2017, Stcrt. 2018, 237 (uitgifte: 04-01-2018, regelingnummer: 2017-0000211126)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een beleggingsonderneming zorgt ervoor dat haar werknemers die cliënten informeren over financiële instrumenten of gestructureerde deposito’s, beleggingsdiensten of nevendiensten of die zich rechtstreeks bezighouden met het adviseren van cliënten over financiële instrumenten of gestructureerde deposito’s over de benodigde kennis beschikken van:
- a.
de belangrijkste kenmerken en risico’s van de financiële instrumenten of gestructureerde deposito’s die via de beleggingsonderneming verkrijgbaar zijn, met inbegrip van de kosten en eventuele fiscale gevolgen;
- b.
de totale kosten voor de cliënt die verband houden met de financiële instrumenten of gestructureerde deposito’s en het verlenen van een beleggingsdienst of nevendienst;
- c.
de kenmerken en omvang van de beleggingsdiensten of nevendiensten die de beleggingsonderneming verleent;
- d.
de werking van de financiële markten en de wijze waarop en de mate waarin de financiële markten de waarde en de prijs van financiële instrumenten en gestructureerde deposito’s beïnvloeden;
- e.
de invloed van economische cijfers en nationale, regionale en mondiale gebeurtenissen op de financiële markten en de waardeontwikkeling van financiële instrumenten en gestructureerde deposito’s;
- f.
het verschil tussen eerder behaalde beleggingsresultaten en scenario’s voor toekomstige beleggingsresultaten, evenals de beperkingen van prognoses;
- g.
de hoofdlijnen van de verordening marktmisbruik en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;
- h.
relevante informatie met betrekking tot een financieel instrument of gestructureerde deposito, zoals de essentiële beleggersinformatie;
- i.
handelsplatformen of secundaire markten die relevant zijn voor de handel in financiële instrumenten of gestructureerde deposito’s waarover zij informeren of adviseren; en
- j.
de waarderingsmethoden voor de financiële instrumenten of gestructureerde deposito’s waarover zij informeren of adviseren.
2.
Onverminderd het eerste lid beschikken werknemers die cliënten rechtstreeks adviseren over financiële instrumenten of gestructureerde deposito’s over basiskennis met betrekking tot het beheren van individuele vermogens en zijn zij bekwaam om te beoordelen of een financieel instrument of gestructureerde deposito geschikt is voor een bepaalde cliënt.
3.
In afwijking van het eerste en tweede lid kan een werknemer die niet over de benodigde kennis en bekwaamheid beschikt, bedoeld in het eerste of tweede lid, een cliënt informeren over financiële instrumenten, gestructureerde deposito’s, beleggingsdiensten of nevendiensten respectievelijk adviseren over financiële instrumenten of gestructureerde deposito’s mits:
- a.
de werknemer wordt begeleid door een andere werknemer van de beleggingsonderneming die voldoet aan het eerste of tweede lid;
- b.
de andere werknemer beschikt over de benodigde vaardigheden en middelen om als begeleider te kunnen optreden;
- c.
de andere werknemer de verantwoordelijkheid draagt voor de gegeven informatie of adviezen; en
- d.
de werknemer niet langer dan vier jaar onder begeleiding werkt.