NJ 1932, p. 1342
Valschheid in geschrift. Onderteekening met verzonnen naam. Geschrift waaruit eenig recht of verbintenis kan ontstaan
HR 15-06-1931, ECLI:NL:HR:1931:148
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 juni 1931
- Magistraten
Mrs Jhr. Feith, Taverne, Schepel, de Menthon Bake en Meckmann
- Zaaknummer
[15061931/NJ_1932,_p._1342]
- Conclusie
Mr. Tak
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1931:148, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑06‑1931
- Wetingang
(Sr art. 225.)
Essentie
Valschheid in geschrift. Onderteekening met verzonnen naam. Geschrift waaruit eenig recht of verbintenis kan ontstaan
Samenvatting
De valsche voorstelling, dat een geschrift afkomstig is van iemand, wiens onderteekening het draagt, kan ook worden gewekt wanneer het stuk met een verzonnen naam, van een niet bestaanden persoon is onderteekend.
Het betoog, dat, nu het stuk met den naam van een niet bestaanden persoon is onderteekend en dus nimmer eenig recht is geboren en kan worden geboren, het vonnis ten onrechte vermeldt, dat uit het geschrift eenig recht of eenige verbintenis kon ontstaan, is niet ter zake dienende daar het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.