Rb. Noord-Holland, 12-04-2017, nr. 5261235\CV EXPL 16-6740 en 5408386\CV EXPL 16-8841
ECLI:NL:RBNHO:2017:2954
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
12-04-2017
- Zaaknummer
5261235\CV EXPL 16-6740 en 5408386\CV EXPL 16-8841
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNHO:2017:2954, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 12‑04‑2017; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
AR 2017/1946
AR-Updates.nl 2017-0472
VAAN-AR-Updates.nl 2017-0472
Uitspraak 12‑04‑2017
Inhoudsindicatie
Uitleg Overtolligheidsvergoeding in bijlage 13 cao Martinair Vliegers geldend van 1-1-2012 tot 31-12-2013.
Partij(en)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknrs./rolnrs.: 5261235 \ CV EXPL 16-6740en 5408386 \ CV EXPL 16-8841
Uitspraakdatum: 12 april 2017
Vonnis in de zaken:
met zaaknummer 5261235 tussen
1. [eisers 1 t/m 22]
hierna tezamen te noemen: de Vrachtvliegers
en
23. de vereniging Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers te Badhoevedorp
hierna te noemen: VNV
- eisers -
gemachtigde: mr. J.W. Stam
tegen
de naamloze vennootschap Martinair Holland N.V.
te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
hierna: Martinair
- gedaagde -
gemachtigden: mr. T. Ridder en mr. E. Knipschild
En met zaaknummer 5408386 tussen
24. [eisers 24 t/m 33]
eveneens te noemen: de Vrachtvliegers
en
34. de vereniging Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers te Badhoevedorp
hierna te noemen: VNV
- eisers -
gemachtigde: mr. J.W. Stam
tegen
de naamloze vennootschap Martinair Holland N.V.
te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
hierna: Martinair
- gedaagde -
gemachtigden: mr. T. Ridder en mr. E. Knipschild
1. Het procesverloop
1.1.
De Vrachtvliegers en VNV hebben bij dagvaarding van respectievelijk 22 juli 2016 (5261235) en 26 september 2016 (5408386) een (gelijkluidende) vordering tegen Martinair ingesteld. Martinair heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 10 maart 2017 heeft een zitting plaatsgevonden. De gemachtigden van beide partijen hebben aan de hand van een pleitnota hun standpunten toegelicht. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.
2. De feiten
2.1
De vrachtvliegers waren tot voor kort in dienst van Martinair. Nadat een ontslagvergunning was verkregen zijn zij ontslagen.
2.2.
In bijlage 13 bij de CAO Martinair Vliegers geldend van 1 januari 2012 tot 31 december 2013 is het volgende bepaald:
"IV Overtolligheidsvergoeding (uitkering ineens of suppletie)1. Bij gedwongen beëindiging van het dienstverband zal betreffende vlieger in aanmerking komen voor een uitkering. Deze uitkering bedraagt 24x het laatstgenoten maandsalaris (hieronder wordt verstaan: het bruto maandsalaris vermeerderd met 8 % vakantietoeslag, 6/7 % levenslooptoeslag, 1,8% eindejaarsuitkering alsmede 18 % pensioenbijdrage van de werkgever. (...)"
2.3.
De "18 % pensioenbijdrage" verwees naar de destijds bij Martinair geldende pensioenregeling (Collective Defined Contribution). Voor alle werknemers van Martinair gold vanaf 2006 een vaste overeengekomen pensioenpremie van 29 %, waarvan de werkgeversbijdrage 18 % bedroeg.
2.4.
De gefixeerde overtolligheidsvergoeding komt vanaf 2009 voor in de opeenvolgende CAO's Martinair Vliegers. In de CAO van 1 januari 2009 tot 30 juni 2009 is de hiervoor geciteerde bepaling reeds opgenomen, met dien verstande dat daarin een levensloop percentage van 7 % werd genoemd. In de CAO die gold van 1 juli 2009 tot 31 december 2010 is deze bepaling ongewijzigd overgenomen.
2.5.
In de CAO Martinair Vliegers van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 zijn in artikel IV van bijlage 13 bij de CAO enkele kleine tekstuele wijzigingen opgenomen. Verder is geanticipeerd op het zogeheten Ringvaart Akkoord van 9 september 2011. In dat kader is de bepaling als volgt aangepast (vet gedrukt door kantonrechter):IV Overtolligheidsvergoeding (uitkering ineens of suppletie)1. Bij gedwongen beëindiging van het dienstverband zal betreffende vlieger in aanmerking komen voor een uitkering. Deze uitkering bedraagt 24x het laatstgenoten maandsalaris (hieronder wordt verstaan: het brutomaandsalaris vermeerderd met 8 % vakantietoeslag, 6/7 % levenslooptoeslag*, 1,8% eindejaarsuitkering alsmede 18 % pensioenbijdrage van de werkgever. *het percentage levensloop is met ingang van 1 november 2011 van 7 % naar 6 % gegaan op grond van de CAO Ringvaart-akkoord. Indien deze CAO niet meer van toepassing is, zal het percentage worden gewijzigd naar 7 %."
2.6.
Martinair heeft per 1 november 2011 haar passage activiteit (het vervoeren van passagiers) gestopt en zij houdt zich alleen nog bezig met luchtvrachtvervoer. Het Ringvaart -akkoord was, kort gezegd, een CAO waarbij KLM, Martinair en VNV partij waren en waarbij een geïntegreerd vliegerskorps werd beoogd: de vliegers van Martinair zouden per 1 januari 2014 uit dienst van Martinair treden en vervolgens bij KLM in dienst treden. Omdat mede als gevolg van deze uitdiensttreding van (vaak jonge) vliegers, een premietekort werd voorzien in het Pensioenfonds Vliegers Martinair, werd in het Ringvaart akkoord afgesproken dat Martinair een aanvullend bedrag van € 10 miljoen in dit pensioenfonds zou storten, hetgeen zij ook heeft gedaan.
2.7.
De laatst geldende CAO van 1 januari 2012 is opgezegd tegen 31 december 2013.
2.8.
Op grond van het pensioenprotocol 2015, gesloten tussen VNV en Martinair, geldt vanaf 1 januari 2015 een werkgeversbijdrage in de pensioenpremie van 26,5 % in plaats van de eerdere 18 %. Bijlage 13 van de CAO 2012 is niet gewijzigd.
2.9.
In het kader van de beëindiging van hun dienstverband heeft Martinair de Vrachtvliegers een berekening doen toekomen van hun overtolligheidsvergoeding, waarbij rekening is gehouden met 18 % werkgeversbijdrage pensioenpremie.
3. De vordering
3.1.
De Vrachtvliegers en VNV vorderen dat de kantonrechtera) voor recht verklaart dat Martinair gehouden is om bij de berekening en betaling van de overtolligheidsuitkering als bedoeld in bijlage 13 van de Martinair CAO, rekening te houden met een werkgeversbijdrage van 26,5 % in het pensioen;b) Martinair gebiedt bij de berekening en uitbetaling van de overtolligheidsvergoeding aan de Vrachtvliegers rekening te houden met een bedrag van 26,5 % pensioenbijdrage en, voor zover de berekening en of uitbetaling daarvan al is geschied in strijd daarmee, een nieuwe berekeningen nabetaling te doen aan de Vrachtvliegers binnen 14 dagen na dagtekening dezes ter grootte van het verschil;-met veroordeling van Martinair in de kosten van het geding, het griffiegeld en de gebruikelijke nakosten daaronder begrepen.
3.2.
Martinair heeft verweer gevoerd. Op de inhoud daarvan zal hierna worden ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
Deze twee zaken (zaaknummers 5261235 en 5408386) lenen zich voor gezamenlijke beoordeling en beslissing.
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat de CAO Martinair Vliegers tegen 31 december 2013 is opgezegd en dat sindsdien bijlage 13 bij deze CAO op grond van de na- en doorwerking van normatieve CAO bepalingen, deel uitmaakt van de individuele arbeidsovereenkomsten.
4.3.
De kern van het geschil dat partijen verdeeld houdt, betreft de uitleg van artikel IV van bijlage 13. Martinair stelt zich op het standpunt dat de tekst van deze bepaling duidelijk is, te weten 18 % pensioenbijdrage van de werkgever. De Vrachtvliegers en VNV stellen zich op het standpunt dat de term laatstgenoten maandsalaris ook duidelijk is, en dat hetgeen in deze bepaling daarachter tussen haakjes is vermeld, slechts beoogt een uitwerking te zijn van het begrip "laatstgenoten maandsalaris" waarbij is verwezen naar de op dat moment geldende percentages.
4.4.
Volgens vaste rechtspraak (HR 20 februari 2004, JAR 2004/83 en recentelijk herhaald in HR 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2687) geldt voor de uitleg van een bepaling van een CAO de zogeheten CAO-norm. Deze houdt in dat aan een bepaling van een CAO een uitleg naar objectieve maatstaven moet worden gegeven.Daarbij zijn in beginsel de bewoordingen van die bepaling, gelezen in het licht van de gehele tekst van de CAO, van doorslaggevende betekenis, zodat het niet aankomt op de bedoelingen van partijen die de CAO tot stand hebben gebracht voor zover deze niet uit de daarin opgenomen bepalingen kenbaar zijn, maar op de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen waarin de CAO is opgesteld. Bij deze uitleg kan onder meer acht worden geslagen op de elders in de CAO gebruikte formuleringen en op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden, op zichzelf mogelijke tekstinterpretaties zouden kunnen leiden. Ook de bewoordingen van de eventueel bij de CAO behorende schriftelijke toelichting kan bij de uitleg worden betrokken. Mede betekenis komt toe aan de ratio van de betreffende regeling, de redelijkheid van de uitkomst en de mate waarin de uitleg past binnen het systeem van de regeling als geheel, waarvan de bepaling waarop een beroep wordt gedaan deel uitmaakt.
4.5.
De kantonrechter stelt voorop dat de bewoordingen van artikel IV van Bijlage 13 onduidelijk zijn. Doordat het zinsdeel " hieronder wordt verstaan: (…)" tussen haakjes is geplaatst achter de tekst "laatstgenoten maandsalaris", lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat het woord "laatstgenoten" niet alleen ziet op het bruto maandsalaris maar ook op de andere, tussen de haakjes genoteerde componenten. Deze componenten, de vakantietoeslag, het levensloop percentage en de werkgeversbijdrage in de pensioenopbouw, zijn echter uitgedrukt in vaste percentages. In de tekst tussen de haakjes is het woord "laatstgenoten" niet opnieuw vóór het woord "bruto maandsalaris" geplaatst. Hiervan uit gaande zijn de bewoordingen van artikel IV innerlijk tegenstrijdig, doordat zowel de term "laatstgenoten" wordt gebezigd, als gefixeerde percentages, en geeft de tekst zowel aanknopingspunten voor de uitleg van Martinair als voor die van de Vrachtvliegers en VNV.
4.6.
De vraag is dan vervolgens of de overige door de Hoge Raad gegeven gezichtspunten voor de uitleg van CAO bepalingen een duidelijk aanknopingspunt bieden voor één van beide standpunten van partijen. In dit verband wordt het volgende overwogen.
4.7.
De CAO noch de betreffende bijlage 13 bevatten een toelichting op artikel IV waarin de overtolligheidstoeslag is geregeld.
4.8.
Ook de elders in de CAO gebezigde bewoordingen bieden geen aanknopingspunten. De uitleg die aan het begrip"bruto maandsalaris" wordt gegeven op verschillende plaatsen in de CAO doet niet ter zake, omdat de vraag in casu niet luidt óf de werkgeversbijdrage pensioenopbouw onder het bruto maandsalaris valt, maar of het gaat om het laatstgenoten percentage.
4.9.
Martinair heeft - samengevat - betoogd dat de ontstaansgeschiedenis van artikel IV van Bijlage 13 de conclusie rechtvaardigt dat kennelijk beoogd is het percentage van 18 % als een gefixeerd percentage te handhaven. Zij heeft in haar verweer uitgebreid stil gestaan bij de verschillende opeenvolgende CAO's Martinair. Haar betoog in dit verband strekt ertoe dat in de CAO 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011, in de formulering van artikel IV van Bijlage 13 wél is geanticipeerd op de wijziging in het percentage levensloop als gevolg van het Ringvaart akkoord, maar níet op de eveneens uit het Ringvaart akkoord voortvloeiende wijziging van de werkgeversbijdrage in de pensioenpremie. Hieruit kan worden afgeleid, aldus Martinair, dat partijen er bewust voor hebben gekozen om het gefixeerde percentage van 18 % te handhaven.
4.10.
De kantonrechter is van mening dat deze vergelijking niet op gaat, omdat de betreffende afspraak in het Ringvaart akkoord van 2011 niet inhield dat de structurele pensioenbijdrage van de werkgever werd verhoogd, maar dat Martinair éénmalige 10 miljoen stortte in het Pensioenfonds. Gesteld noch gebleken is dat op enig moment gedurende de periode 2009 tot de wijziging van de pensioenpremie in 2015, de jaarlijks verschuldigde werkgeversbijdrage in de pensioenpremie hoger is geweest dan 18 %.Hiervan uitgaande kan niet worden gezegd dat in de opeenvolgende CAO's bewust is gekozen om in artikel IV van Bijlage 13 het werkgeversgedeelte van de pensioenpremie ongewijzigd te laten (er viel niets te wijzigen).
4.11.
De Vrachtvliegers en VNV stellen, daarentegen, terecht dat juist uit het feit dat als gevolg van het Ringvaart akkoord, de formulering in artikel IV van Bijlage 13 ten aanzien van de levensloop bijdrage wél is aangepast, kan worden afgeleid dat met het woord "laatstgenoten" is beoogd de laatst geldende percentages van de variabelen die tussen de haakjes worden genoemd te hanteren.Het ligt naar het oordeel van de kantonrechter niet voor de hand dat de kennelijke bedoeling van partijen zou zijn geweest om het levensloop percentage in 2011 wel aan te passen naar de actuele stand van zaken, en het percentage werkgeversbijdrage pensioenpremie niet toen dit wijzigde in 2015.
4.12.
Het feit dat partijen in 2014 en 2015 de in het Pensioenprotocol doorgevoerde wijzigingen niet hebben verwerkt in artikel IV van Bijlage 13 van de CAO laat zich verklaren doordat de CAO was opgezegd en geen nieuwe CAO werd afgesloten. Er was dus, kort gezegd, geen CAO overleg meer waarin dit aan de orde kon komen.
4.13.
Ten aanzien van de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen wordt voorts het volgende overwogen. Aan Martinair moet worden toegegeven dat in de door de Vrachtvliegers en FNV voorgestane uitleg, de percentages ook weggelaten hadden kunnen worden. Immers, in dat geval was evident geweest dat het ging om de laatstgenoten percentages. Daartegenover staat dat ook de door Martinair verdedigde uitleg tekstueel niet logisch is. Immers, in dat geval is het woord "laatstgenoten" zonder betekenis (beoogd zou immers zijn gefixeerde percentages), althans verkeerd geplaatst en had dit in de tekst áchter het eerste haakje moeten staan en wel vóór het woord "brutomaandsalaris". De Vrachtvliegers en FNV hebben ter zitting toegelicht dat de percentages wellicht weggelaten hadden kunnen worden, maar dat deze genoemd zijn om de regeling te verduidelijken jegens het personeel, hetgeen de kantonrechter als een plausibele uitleg voor komt.
4.14.
Kort en goed bevat de ontstaansgeschiedenis van artikel IV van Bijlage 13, met name de wijziging van het levensloop percentage in de CAO Martinair Vliegers van 2011, een aanwijzing dat de kennelijke bedoeling van deze bepaling is om de laatst geldende percentages van de variabelen te hanteren. Verder zijn er geen aanknopingspunten voor hetzij de ene, hetzij de andere uitleg.
4.15.
Wij keren terug naar de letterlijke bewoordingen van artikel IV van Bijlage 13 bij de CAO. De uitlegkwestie die partijen verdeeld houdt betreft tussen haakjes geplaatste tekst. Degelijke ronde haakjes worden ook wel parenthesen genoemd. Op Wikipedia wordt een parenthese als volgt omschreven:"De parenthese is het los invoegen van een gedachte in de zinsbouw, ter aanvulling of verduidelijking van de gedachte." (vet gedrukt kantonrechter)
4.16.
Op basis van het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat het tussen haakjes geplaatste zinsdeel - waarbij ervan uit gegaan moet worden dat het ontbreken van het sluithaakje op een vergissing berust - moet worden gezien als een verduidelijking cq uitwerking van het zinsdeel voor de haakjes: het "laatstgenoten maandsalaris" (onderstreping kantonrechter). Daarmee komt aan het zinsdeel vóór de haakjes meer betekenis toe, en prevaleert dit bij tegenstrijdigheid met hetgeen tussen de haakjes staat. Dit zou - uiteraard - anders zijn geweest wanneer voor de haakjes alleen het woord maandsalaris zou hebben gestaan, en tussen de haakjes het woord "laatstgenoten" was geplaatst vóór het woord bruto maandsalaris.
4.17.
Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen van de Vrachtvliegers en VNV zullen worden toegewezen.
4.18.
De kantonrechter zal, gelet op de principiële kwestie in deze zaken en het restitutierisico na eventueel hoger beroep, het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
4.19.
De kantonrechter ziet in de aard van de zaak aanleiding om de proceskosten te compenseren.
5. De beslissing
De kantonrechter, rechtdoende in beide zaken:
- verklaart voor recht dat Martinair gehouden is om bij de berekening en betaling van de overtolligheidsuitkering als bedoeld in bijlage 13 van de Martinair CAO, rekening te houden met een werkgeversbijdrage van 26,5 % in de pensioenpremie;
- gebiedt Martinair bij de berekening en uitbetaling van de overtolligheidsvergoeding aan de Vrachtvliegers rekening te houden met een werkgeversbijdrage van 26,5 % in de pensioenpremie en, voor zover de berekening en of uitbetaling daarvan al is geschied in strijd daarmee, een nieuwe berekeningen nabetaling te doen aan de Vrachtvliegers binnen 14 dagen na dagtekening dezes ter grootte van het verschil;
- compenseert de proceskosten in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
- wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.S. Pieters en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter