Rb. Zutphen, 08-08-2006, nr. 06/460201-06
ECLI:NL:RBZUT:2006:AY5814
- Instantie
Rechtbank Zutphen
- Datum
08-08-2006
- Zaaknummer
06/460201-06
- LJN
AY5814
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBZUT:2006:AY5814, Uitspraak, Rechtbank Zutphen, 08‑08‑2006; (Eerste aanleg - meervoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 08‑08‑2006
Inhoudsindicatie
Bij een uit de hand gelopen ruzie in een Zutphense woonwijk wordt het slachtoffer meermalen door verdachte met een honkbalknuppel geslagen, waaronder een klap op het hoofd, en door verdachte en één van de vier medeverdachten geschopt. Echter geen poging doodslag bewezen, omdat het letsel niet met een dergelijke opzet correspondeert, wel ten aanzien van deze klappen een zware mishandeling aanwezig. De gehele geweldsuitbarsting levert een openlijke geweldpleging op. Verdachte wordt vrijgesproken van het medeplegen van het verboden bezit van een gaspistool. Verdachte wordt veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf waarvan 4 voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest.
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460201-06
Uitspraak d.d.: 8 augustus 2006
tegenspraak / dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1984],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring te Arnhem, Ingenieur Molsweg 5.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
25 juli 2006.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 12 april 2006 te Zutphen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet eenmaal krachtig met een honkbalknuppel, althans een hard voorwerp, op/tegen het achterhoofd, althans op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft geslagen en/of (vervolgens) meermalen, althans eenmaal krachtig met een honkbalknuppel, althans met een hard voorwerp op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 12 april 2006 te Zutphen aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (een snee, althans wond op het achterhoofd en/of een hersenschudding en/of meerdere gebroken middenhandsbeentjes), heeft toegebracht, door deze opzettelijk meermalen, althans eenmaal krachtig met een honkbalknuppel, althans een hard voorwerp, op het hoofd en/of de rug en/of de/het arm(en) en/of de hand(en), althans het lichaam te slaan;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 12 april 2006 te Zutphen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen, althans eenmaal krachtig met een honkbalknuppel, althans een hard voorwerp, op het hoofd en/of de rug en/of de/het arm(en) en/of de hand(en), althans het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 12 april 2006 te Zutphen met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, Brucknerstraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1], welk geweld bestond uit:
- het bij zich steken, althans meenemen van meerdere, althans (een) mes(sen) en/of een honkbalknuppel, althans een hard voorwerp en/of
- het (vervolgens) met een auto naar de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te rijden en/of
- het (vervolgens) meermalen, althans eenmaal krachtig met een honkbalknuppel, althans een hard voorwerp op het hoofd en/of de rug en/of de hand(en) en/of de arm(en), althans het lichaam van die [slachtoffer 1] slaan en/of
- het meermalen, althans eenmaal krachtig tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] schoppen en/of
- het meermalen, althans eenmaal met een (rijdende) auto met verhoogde snelheid, althans met te hoge snelheid, althans met vaart in de richting van en/of tegen die [slachtoffer 1] (aan)rijden, althans op die [slachtoffer 1] inrijden, terwijl deze [slachtoffer 1] op enig moment op de grond ligt;
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 11 april 2006 tot en met 13 april 2006 te Zutphen en/of Almelo, althans in Nederland, tezamen in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een of meer wapens van categorie III, te weten een gaspistool (Rohm Vektor CPI, 9 mm knal), voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
De verdachte behoort van het onder 1 primair en 3 tenlastegelegde te worden vrijgesproken. Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan, aangezien het letsel van het slachtoffer [slachtoffer 1] niet correspondeert met het te verwachten letsel als gevolg van meerdere slagen met een honkbalknuppel op het hoofd en/of het lichaam, indien een belager dit doet met het opzet gericht op de levensberoving van een belaagde. Het letsel van het slachtoffer [slachtoffer 1] correspondeert evenmin met de wijze waarop, volgens de bij de politie op 12 april 2006 afgelegde verklaring van [naam], verdachte op het slachtoffer heeft ingeslagen, te weten door de knuppel boven het hoofd te heffen en met kracht op de rug van [slachtoffer 1] te slaan. Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde kan het naar het oordeel van de rechtbank verdachte niet worden aangerekend dat er in een woonwagen, waar hij ook wel eens verblijft, een vuurwapen is gevonden. Bovendien is deze woonwagen een plek waar meer mensen dan verdachte voor kortere of langere tijd verblijven, is verdachtes wetenschap omtrent de aanwezigheid van dit vuurwapen niet aannemelijk geworden en was verdachte op het moment van in beslag neming nog maar korte tijd ontslagen uit detentie.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat
hij op 12 april 2006 te Zutphen aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (een snee op het achterhoofd en een hersenschudding en meerdere gebroken middenhandsbeentjes), heeft toegebracht, door deze opzettelijk meermalen krachtig met een honkbalknuppel op het hoofd en/of de rug en/of de arm(en) en/of de hand(en), althans het lichaam te slaan;
en dat
hij op 12 april 2006 te Zutphen met anderen aan de openbare weg, Brucknerstraat, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1], welk geweld bestond uit:
- meenemen van meerdere messen en een honkbalknuppel en
- het vervolgens met een auto naar de woning van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] rijden en
- het vervolgens meermalen krachtig met een honkbalknuppel op het hoofd en/of de rug en/of de handen en/of de armen, althans het lichaam van die [slachtoffer 1] slaan en
- het krachtig tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] schoppen.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven in eendaadse samenloop gepleegd:
feit 1: zware mishandeling;
feit 2: het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie
bijlage I).
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden, de ernstige recidive van verdachte voor dit soort feiten. Bovendien zijn, door het openbare en grove karakter van het geweld dat is toegepast, gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving en vrees bij de slachtoffers ontstaan.
De rechtbank acht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 primair en 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 4 (vier) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door mr. Van Hoorn, voorzitter, en mrs. Vergunst en Van Baaren, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Wel, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 augustus 2006.