Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 210 Maatregelen tot organisatie van de procesgang
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2024
- Bronpublicatie:
10-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2095 (uitgifte: 12-08-2024, regelingnummer: 2024/2095)
- Inwerkingtreding
01-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2095 (uitgifte: 12-08-2024, regelingnummer: 2024/2095)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
In aanvulling op de maatregelen waartoe krachtens artikel 24 van het Statuut kan worden besloten, kunnen de in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden worden uitgenodigd om schriftelijk of ter pleitzitting op bepaalde vragen te antwoorden. Wanneer een pleitzitting wordt gehouden, verzoekt het Gerecht de deelnemers aan deze zitting, voor zover mogelijk, om hun pleidooi op een of meer specifieke punten toe te spitsen.
2.
Tot de in lid 1 bedoelde maatregelen tot organisatie van de procesgang wordt besloten door het Gerecht, de advocaat-generaal gehoord.
3.
De rechter-rapporteur of de advocaat-generaal kan de in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden verzoeken om binnen een bepaalde termijn alle inlichtingen over de feiten, alle stukken of alle gegevens te verstrekken die naar hun oordeel relevant zijn. Zij kunnen hun tevens vragen ter beantwoording ter terechtzitting doen toekomen.