Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1131 inzake geldmarktfondsen
Artikel 46 Evaluatie
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2017
- Bronpublicatie:
14-06-2017, PbEU 2017, L 169 (uitgifte: 30-06-2017, regelingnummer: 2017/1131)
- Inwerkingtreding
20-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, PbEU 2017, L 169 (uitgifte: 30-06-2017, regelingnummer: 2017/1131)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Uiterlijk op 21 juli 2022 evalueert de Commissie of deze verordening uit prudentieel en economisch oogpunt passend is, na overleg met de ESMA en, in voorkomend geval, met het ESRB, onder meer over de vraag of er veranderingen moeten worden aangebracht aan de regeling voor overheidsschuld-CNAV MMF's en LVNAV MMF's.
2.
De evaluatie doet met name het volgende:
- a)
analyseert de ervaring die is opgedaan bij de toepassing van deze verordening, de gevolgen voor de beleggers, de MMF's en de MMF-beheerders in de Unie;
- b)
beoordeelt de rol die MMF's spelen bij de aankoop van door de lidstaten uitgegeven of gewaarborgd schuldpapier;
- c)
houdt rekening met de specifieke kenmerken van door de lidstaten uitgegeven of gewaarborgd schuldpapier en de rol die het schuldpapier speelt bij de financiering van de lidstaten;
- d)
houdt rekening met het verslag bedoeld in artikel 509, lid 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013;
- e)
houdt rekening met de gevolgen van deze verordening voor de markten voor kortetermijnfinanciering;
- f)
houdt rekening met de regelgevingsontwikkelingen op internationaal vlak.
Uiterlijk op 21 juli 2022 komt de Commissie met een verslag over de haalbaarheid van de totstandbrenging van een quotum van 80 % voor de EU-overheidsschuld. Dit verslag heeft betrekking op de beschikbaarheid van EU-overheidsschuldinstrumenten voor de korte termijn en gaat na of LVNAV MMF's eventueel een passend alternatief zijn voor niet-EU-overheidsschuld-CNAV MMF's. Indien de Commissie in het verslag tot de conclusie komt dat het niet haalbaar is een quotum van 80 % voor de EU-overheidsschuld in te voeren en overheidsschuld-CNAV MMF's waarin een onbeperkte hoeveelheid niet-EU-overheidsschuld is opgenomen geleidelijk te laten verdwijnen, moet zij hier argumenten voor aandragen. Indien de Commissie tot de conclusie komt dat de invoering van een quotum van 80 % voor de EU-overheidsschuld haalbaar is, kan zij wetgevingsvoorstellen doen om een dergelijk quotum in te voeren, waarbij ten minste 80 % van de activa van overheidsschuld-CNAV MMF's moet worden geïnvesteerd in EU-overheidsschuldinstrumenten. Daarnaast kan de Commissie, indien zij concludeert dat LVNAV MMF's een passend alternatief zijn geworden voor niet-EU-overheidsschuld-CNAV MMF's, passende voorstellen doen om de afwijking voor overheidsschuld-CNAV MMF's volledig af te schaffen.
De resultaten van de evaluatie worden aan het Europees Parlement en de Raad meegedeeld en worden indien nodig vergezeld van passende voorstellen voor wijzigingen.