Einde inhoudsopgave
Ziektewet
Artikel 35 [Overlijdensuitkering]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2012
- Bronpublicatie:
08-12-2011, Stb. 2012, 2 (uitgifte: 10-01-2012, kamerstukken: 32846)
- Inwerkingtreding
01-04-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2012, Stb. 2012, 109 (uitgifte: 20-03-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verzekeringen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Uitkeringsvoorwaarden
1.
Na het overlijden van degene, aan wie ziekengeld is toegekend, wordt met ingang van de dag na het overlijden, ziekengeld in de vorm van een overlijdensuitkering uitbetaald:
- a.
aan de langstlevende van de echtgenoten;
- b.
bij ontstentenis van de in onderdeel a bedoelde persoon, aan de minderjarige kinderen tot wie de overledene in familierechtelijke betrekking stond;
- c.
bij ontstentenis van de in de onderdelen a en b bedoelde personen, aan degenen met wie de overledene in gezinsverband leefde.
2.
De overlijdensuitkering is gelijk aan het bedrag van het ziekengeld over één maand doch niet over de zaterdagen en zondagen, berekend naar de hoogte van dat ziekengeld op de dag of laatstelijk voor de dag van overlijden van degene aan wie het ziekengeld is toegekend.
3.
In verband met het overlijden van degene aan wie ziekengeld is toegekend, is artikel 29, vierde lid, niet van toepassing.
4.
De overlijdensuitkering wordt ambtshalve of op verzoek aan de rechthebbende of rechthebbenden genoemd in het eerste lid, door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uitbetaald.
5.
De overlijdensuitkering wordt in een bedrag ineens uitbetaald.
6.
Het bedrag van de overlijdensuitkering wordt verminderd met het bedrag aan ziekengeld dat, over na het overlijden gelegen dagen, reeds is uitbetaald.
7.
De overlijdensuitkering is niet vatbaar voor beslag.