Gst. 2018/124
Waterwet. Toepassing art. 6:22 Awb. Passeren gebreken. Motiveringsgebrek. Aanvulling benadelingscriterium.
ABRvS 28-02-2018, ECLI:NL:RVS:2018:694, m.nt. M.A.J. West & F.A.R. van Vlijmen
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
28 februari 2018
- Magistraten
Mr. P.B.M.J. Beek-Gillessen, mr. W. Sorgdrager en mr. J.C. Kranenburg
- Zaaknummer
201705326/1/A1
- Noot
M.A.J. West & F.A.R. van Vlijmen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS43877:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:694, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 28‑02‑2018
- Wetingang
(Art. 6:22 Awb)
Essentie
Waterwet. Toepassing art. 6:22 Awb. Passeren gebreken. Motiveringsgebrek. Aanvulling benadelingscriterium.
Samenvatting
Toepassing van artikel 6:22 Awb is mogelijk indien aannemelijk is dat de belanghebbende door het gebrek in het bestreden besluit niet is benadeeld. Een gebrek dat herstel behoeft, leent zich in beginsel niet voor toepassing van deze bepaling. In gevallen waarin van het bestuursorgaan een bepaalde actie is vereist om het gebrek weg te nemen, kan er immers niet zonder meer van worden uitgegaan dat belanghebbenden door het gebrek niet zijn benadeeld. Alleen indien evident is dat belanghebbenden door het gebrek niet zijn benadeeld, kan bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.