Hof Amsterdam, 24-11-2015, nr. 200.177.031/01
ECLI:NL:GHAMS:2015:4929
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
24-11-2015
- Zaaknummer
200.177.031/01
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Juridische beroepen (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2015:4929, Uitspraak, Hof Amsterdam, 24‑11‑2015; (Hoger beroep)
ECLI:NL:GHAMS:2015:4269, Uitspraak, Hof Amsterdam, 13‑10‑2015; (Hoger beroep)
Einduitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2017:890
Uitspraak 24‑11‑2015
Inhoudsindicatie
Vervolg van tussenarrest 13 oktober 2015. Geen aanleiding om terug te komen van de verwijzing naar Hof 's-Hertogenbosch.
Partij(en)
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.177.031/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/461948 / HA ZA 10-1929
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 24 november 2015
inzake
[APPELLANT] ,
wonend te [woonplaats],
appellant,
advocaat: mr. A.C.M. Verhoeven te Rotterdam,
tegen
1. [GEÏNTIMEERDE],
wonend te [woonplaats],
advocaat: mr. A.R.J. Croiset van Uchelen te Amsterdam,
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
advocaat: mr. G.J.H. Houtzagers te Den Haag,
geïntimeerden.
1. Het geding in hoger beroep
Het hof heeft in deze zaak op 13 oktober 2015 een arrest uitgesproken, waarnaar het hof verwijst. Bij dit arrest is de onderhavige zaak ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
Appellant heeft bij brief van 16 oktober 2015, met bijlagen, het hof verzocht het arrest van 13 oktober 2015 te herzien en de verwijzing ongedaan te maken, althans de zaak volgens de normale verwijzingsregels te verwijzen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Geïntimeerden zijn door het hof in de gelegenheid gesteld om zich over dit verzoek uit te laten.
Geïntimeerde sub 1 heeft bij brief van 9 november 2015, met bijlagen, gereageerd en geconcludeerd dat appellant niet in zijn verzoek kan worden ontvangen, althans dat dit moet worden afgewezen.
Bij faxbericht van 9 november 2015 heeft geïntimeerde sub 2 zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Vervolgens zijn van de zijde van appellant nog een brief van 10 november 2015 en een faxbericht van 11 november 2015 bij het hof binnengekomen.
In reactie daarop zijn van de zijde van geïntimeerde sub 1 een faxbericht van 10 november 2015 en een faxbericht van 13 november 2015 bij het hof binnengekomen.
Arrest is bepaald op heden.
2. Beoordeling
2.1.
Anders dan appellant betoogt, bevat het verwijzingsarrest van 13 oktober 2015 naar het oordeel van het hof geen kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. Herstel op grond van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zoals door appellant wordt bepleit, kan dan ook niet worden toegewezen.
2.2.
Ook overigens ziet het hof geen reden om terug te komen van de beslissing tot verwijzing van de zaak naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Hetgeen appellant heeft aangevoerd kan niet tot een andere beslissing leiden. Dit betekent dat het verzoek van appellant zal worden afgewezen.
3. Beslissing
Het hof:
wijst het verzoek van appellant af.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.W. Hoekzema, J.C.W. Rang en C.C. Meijer en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 24 november 2015.
Uitspraak 13‑10‑2015
Inhoudsindicatie
Verwijzing naar hof 's-Hertogenbosch.
Partij(en)
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.177.031/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/461948 / HA ZA 10-1929
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 13 oktober 2015
inzake
[APPELLANT] ,
wonend te [woonplaats],
appellant,
advocaat: mr. A.C.M. Verhoeven te Rotterdam,
tegen
1. [GEÏNTIMEERDE],
wonend te [woonplaats],
advocaat: mr. A.R.J. Croiset van Uchelen te Amsterdam,
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
advocaat: mr. G.J.H. Houtzagers te Den Haag,
geïntimeerden.
1. Het geding in hoger beroep
Appellant is bij dagvaarding van 28 augustus 2015 in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank ’s Gravenhage, nevenzittingsplaats Amsterdam, van 9 maart 2011 en van de vonnissen van de rechtbank Amsterdam van 17 juni 2015 en 24 september 2015 die onder bovengenoemd zaak-/rolnummer zijn gewezen tussen hem als eiser en (onder meer) geïntimeerden als gedaagden.
De zaak is aangebracht bij dit hof op 22 september 2015.
2. Beoordeling
In het dossier komt de naam voor van een plaatsvervanger in dit hof. Om die reden acht het hof verwijzing van de zaak op grond van artikel 62b van de Wet op de rechterlijke organisatie gewenst. Degelijke zaken worden volgens het Zaaksverdelingsreglement van het gerechtshof Amsterdam, gepubliceerd in Staatscourant 2014 nr. 9046, door dit hof verwezen naar gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof is er echter ambtshalve mee bekend dat het gerechtshof ’s-Hertogenbosch zaken in behandeling heeft die met de onderhavige zaak samenhangen, zodat de zaak ter verdere behandeling en beslissing zal worden verwezen naar gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
3. Beslissing
Het hof:
verwijst de zaak ter verdere behandeling en beslissing naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.W. Hoekzema, J.C.W. Rang en C.C. Meijer en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2015.