NJB 2015/757
Op de terechtzitting gedaan verzoek aan het hof om gebruik te maken van diens bevoegdheid om zelf getuigen op te roepen, art. 328 en 331 lid 1 jo. art. 315 Sv: hierop is het noodzakelijkheidscriterium van toepassing. Afwijzing verzoek op de enkele grond dat ‘er gelegenheid was om het verzoek (geruime tijd) voor de zitting te doen “zodat” aan het belang van een voortvarende afhandeling het meeste gewicht moet worden toegekend’ is niet toereikend, mede nu verdediging ook in eerste aanleg verzocht deze getuige te doen horen, dat de verdachte daar is vrijgesproken en dat niet blijkt welke concrete andere belangen dan dat van een voortvarende afhandeling in ’s hofs beoordeling zijn betrokken. A-G: anders
HR 31-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:772
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 maart 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/02808
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:772, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:349, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑10‑2013
- Wetingang
Essentie
Op de terechtzitting gedaan verzoek aan het hof om gebruik te maken van diens bevoegdheid om zelf getuigen op te roepen, art. 328 en 331 lid 1 jo. art. 315 Sv: hierop is het noodzakelijkheidscriterium van toepassing. Afwijzing verzoek op de enkele grond dat ‘er gelegenheid was om het verzoek (geruime tijd) voor de zitting te doen “zodat” aan het belang van een voortvarende afhandeling het meeste gewicht moet worden toegekend’ is niet toereikend, mede nu verdediging ook in eerste aanleg verzocht deze getuige te doen horen, dat de verdachte daar is vrijgesproken en dat niet blijkt welke concrete ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.