Einde inhoudsopgave
Regeling diergeneeskundigen
Artikel 4.8 Uitzondering jonge lidstaten
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Bronpublicatie:
23-06-2014, Stcrt. 2014, 17425 (uitgifte: 25-06-2014, regelingnummer: WJZ/14101632)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-2014, Stcrt. 2014, 17425 (uitgifte: 25-06-2014, regelingnummer: WJZ/14101632)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
1.
Indien de titel na een opleiding op het gebied van de diergeneeskunde, bedoeld in artikel 4.5, is afgegeven:
- a.
door de bevoegde autoriteit van het voormalige Tsjecho-Slowakije, of ter verwerving waarvan de opleiding voor 1 januari 1993 is begonnen, voor zover het de Tsjechische Republiek of Slowakije betreft;
- b.
door de bevoegde autoriteit van de voormalige Sovjet-Unie, of ter verwerving waarvan de opleiding voor 20 augustus 1991 is begonnen, voor zover het Estland betreft;
- c.
door de bevoegde autoriteit van de voormalige Sovjet-Unie, of ter verwerving waarvan de opleiding voor 21 augustus 1991 is begonnen, voor zover het Letland betreft;
- d.
door de bevoegde autoriteit van de voormalige Sovjet-Unie, of ter verwerving waarvan de opleiding voor 11 maart 1990 is begonnen, voor zover het Litouwen betreft;
- e.
door de bevoegde autoriteit van het voormalige Joegoslavië, of ter verwerving waarvan de opleiding voor 25 juni 1991 is begonnen, voor zover het Slovenië betreft;
- f.
door de bevoegde autoriteit van het voormalige Joegoslavië, of ter verwerving waarvan de opleiding voor 8 oktober 1991 is begonnen, voor zover het Kroatië betreft;
wordt voldaan aan het tweede en derde lid.
2.
De titel gaat vergezeld van een verklaring, afgeven door de bevoegde autoriteit in de desbetreffende betrokken staat waarin wordt bevestigd dat:
- a.
de titel op het grondgebied van de betrokken staat dezelfde rechtsgeldigheid heeft als titels na een opleiding op het gebied van de diergeneeskunde die door de bevoegde autoriteit van de betrokken staat worden afgegeven, en
- b.
de bezitter van de titel de werkzaamheden van dierenarts gedurende ten minste drie opeenvolgende jaren tijdens de vijf jaren voorafgaande aan de afgifte van de verklaring daadwerkelijk en op wettige wijze heeft uitgeoefend.
3.
Voor zover het Estland betreft wordt, in afwijking van het tweede lid, onderdeel b, in de verklaring bevestigd dat de bezitter van de titel de werkzaamheden van dierenarts gedurende ten minste vijf opeenvolgende jaren tijdens de zeven jaren voorafgaande aan de afgifte van de verklaring daadwerkelijk en op wettige wijze heeft uitgeoefend.