Regeling ziek- en hersteldmelding defensiepersoneel
Artikel 2 Verplichtingen van de werknemer
Geldend
Geldend vanaf 28-05-2004
- Redactionele toelichting
Deze regeling treedt tegelijk in werking met de wijziging van art. 74 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie (15-04-2004, Stb. 229).
- Bronpublicatie:
07-05-2003, Stcrt. 2003, 90 (uitgifte: 12-05-2003, regelingnummer: P/2003002682)
- Inwerkingtreding
28-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2004, Stb. 2004, 229 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De werknemer die wegens ziekte of anderszins verhinderd is zijn arbeid te verrichten, dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk anderhalf uur na het tijdstip waarop hij zijn arbeid had behoren aan te vangen, persoonlijk zijn directe chef in te lichten omtrent deze verhindering.
Indien de werknemer arbeid verricht in ploegen- of continudienst dient hij zo spoedig mogelijk, indien mogelijk voor aanvang van de werkzaamheden, doch uiterlijk anderhalf uur na het tijdstip waarop hij zijn arbeid had behoren aan te vangen, persoonlijk zijn directe chef in te lichten. Ook indien de werknemer vakantieverlof geniet dient hij — om aanspraak te kunnen maken op teruggave van reeds verleende vakantiedagen — zo spoedig mogelijk zijn directe chef in te lichten.
2.
In die gevallen waarin het de werknemer onmogelijk is, zulks achteraf te beoordelen door de ARBO-dienst, de ziekmelding persoonlijk te verrichten, is hij gehouden zodanige maatregelen te treffen, dat, zo mogelijk met inachtneming van de in lid 1 genoemde termijnen, de directe chef zo spoedig mogelijk geïnformeerd wordt omtrent de verhindering en hem de in lid 3 genoemde informatie wordt verschaft.
3.
In het (telefonische) ziekmeldingsgesprek verstrekt de werknemer aan zijn directe chef de volgende informatie:
- a.
het adres waarop de zieke verblijft en het telefoonnummer waaronder hij bereikbaar is;
- b.
de reden van zijn afwezigheid;
- c.
de vermoedelijke duur van de afwezigheid;
- d.
stand van zaken betreffende de (voortgang) van zijn werkzaamheden.
4.
De werknemer dient gedurende de eerste twee werkdagen van het ziekteverzuim van 09.00 tot 17.00 uur in persoon bereikbaar te zijn. Na deze dagen geldt deze verplichting op werkdagen tussen 09.00 en 10.00 uur. De commandant is bevoegd de werknemer van deze laatste verplichting te ontheffen.
5.
De werknemer dient aan een oproep van de Arbo-dienst om op het spreekuur van de bedrijfsarts te verschijnen, gevolg te geven, tenzij zulks, eventueel achteraf te beoordelen door de bedrijfsarts, onmogelijk blijkt. Dit geldt ook als de arbeid inmiddels is hervat.
6.
De werknemer hervat geheel of gedeeltelijk zijn arbeid zodra hij daartoe in staat is of zodra hij daartoe van de commandant, na inwinning van het advies van de ARBO-dienst, de opdracht krijgt. De commandant volgt dat advies, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om daarvan in het dienstbelang af te wijken. Naar aanleiding van de hervatting van zijn arbeid vindt, zulks ter beoordeling van de commandant, een werkhervattinggesprek plaats.
7.
De werknemer die eigenstandig zijn arbeid hervat, stelt hiervan onmiddellijk zijn directe chef in kennis.
8.
Na de terugmelding wordt een aanspraak op teruggave van vakantieverlofdagen uitsluitend verleend voor de vakantiedagen gedurende welke, blijkens een verklaring van de behandelend arts, verhindering tot dienstverrichting zou hebben bestaan.