Rb. Alkmaar, 15-12-2004, nr. 14.010111.04
ECLI:NL:RBALK:2004:AR7617
- Instantie
Rechtbank Alkmaar
- Datum
15-12-2004
- Zaaknummer
14.010111.04
- LJN
AR7617
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBALK:2004:AR7617, Uitspraak, Rechtbank Alkmaar, 15‑12‑2004; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 15‑12‑2004
Inhoudsindicatie
Turncoach wordt veroordeeld voor diefstal in vereniging (van o.a. gymnastiektoestellen) en brandstichting in vereniging.
Partij(en)
RECHTBANK ALKMAAR
Parketnummer: 14.010111.04
Datum uitspraak: 15 december 2004
OP TEGENSPRAAK
VERKORT VONNIS van de Rechtbank Alkmaar, Meervoudige Kamer voor Strafzaken, in de zaak van het
OPENBAAR MINISTERIE
tegen:
[verdachte 1],
geboren te [plaats] op [datum] 1964,
wonende te [adres],
gedetineerd in P.I. Noord-Holland, HvB Zwaag te Zwaag.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 december 2004.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen door de verdachte en mr. J.G.D. Rutten, raadsman van de verdachte, naar voren is gebracht.
1. TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is, nadat een vordering van de officier van justitie strekkende tot wijziging van de tenlastelegging ten aanzien van feit 6, feit 7 primair en subsidiair en feit 8 is toegelaten, ten laste gelegd, dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 25 juli 2003 tot en met 26 juli 2003 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een sportzaal, gelegen aan de Lage Bergweg heeft weggenomen een evenwichtsbalk en/of een pegases en/of een startmotor, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 25 juli 2003 tot en met 27 april 2004 in de gemeente Alkmaar en/of te Tuitjenhorn, gemeente Harenkarspel, in elk geval in Nederland, een evenwichtsbalk en/of een pegases en/of een startmotor heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij in of omstreeks de periode van 12 september 2002 tot en met 19 september 2002 in de gemeente Zoetermeer tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een sportzaal gelegen aan de Den Brabanderhove heeft weggenomen twee, althans een, trampolinetoestel(len) (merk Eurotramp), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Gymnastiekvereniging Pro Patria, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 12 september 2002 tot en met 8 oktober 2002 in de gemeente Alkmaar, in elk geval in Nederland, twee, althans een, trampolinetoestel(len) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
- 3.
hij in of omstreeks de periode van 28 september 2002 tot en met 30 september 2002 in de gemeente Ermelo tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een sportzaal gelegen aan de Volenbeekweg heeft weggenomen twee, althans een, trampoline(s) en/of een minitrampoline, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Gymnastiekvereniging Sparta en/of de gemeente Ermelo, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 28 september 2002 tot en met 30 september 2002 in de gemeente Alkmaar, in elk geval in Nederland, twee, althans een, trampoline(s) en/of een minitrampoline heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
- 4.
hij op of omstreeks 09 januari 2003 in de gemeente Purmerend tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een gymzaal, gelegen aan de Mercuriusweg, heeft weggenomen een (mini)trampoline en/of een brug en/of een evenwichtsbalk en/of een springplank, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de gemeente Purmerend en/of gymnastiekvereniging Gymnet, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming
en/of een valse sleutel;
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 09 januari 2003 tot en met 17 maart 2004 in de gemeente Alkmaar, in elk geval in Nederland, een (mini)trampoline en/of een brug en/of een evenwichtsbalk en/of een springplank heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
- 5.
hij in of omstreeks de periode van 16 mei 2003 tot en met 17 mei 2003 in de gemeente Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een school, gelegen aan de Lorreinenlaan, heeft weggenomen een trampoline en/of een (val)mat, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Oecumenische school De Polsstok, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 5 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 16 mei 2003 tot en met 17 mei 2003 in de gemeente Alkmaar, in elk geval in Nederland, een trampoline en/of een (val)mat heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
- 6.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot 1 maart 2004 in de gemeente Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een school, gelegen aan de Amstelstraat, heeft weggenomen een trampoline, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Rein Abrahamseschool, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel;
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 6 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot 1 maart 2004 in de gemeente Alkmaar, in elk geval in Nederland, een trampoline heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
- 7.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 juni 2002 tot en met 8 oktober 2002 in de gemeente Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een sportzaal, gelegen aan de Kofschipstraat, heeft weggenomen vier, althans een of meer, brugligger(s) en/of twee, althans een, wedstrijdbalk(en) (merk J&F) en/of een spanbrug (merk J&F) en/of een radio/cd-speler, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan turnvereniging Jong Holland/De Halter, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel;
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 7 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 30 juni 2002 tot en met 8 oktober 2002 in de gemeente Alkmaar, in elk geval in Nederland, vier, althans een of meer, brugligger(s) en/of twee, althans een, wedstrijdbalk (merk J&F) en/of een spanbrug (merk J&F) en/of een radio/cd-speler heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
- 8.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2000 tot 1 juni 2003 in de gemeente Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een sportzaal gelegen aan de Gabriel Metsulaan heeft weggenomen 20, althans een of meer, step(s) (merk Reebok), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan turnvereniging De Halter, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 8 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2000 tot 1 juni 2003 in de gemeente Alkmaar, in elk geval in Nederland, 20, althans een of meer, step(s)(merk Reebok) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
- 9.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2003 tot en met 23 februari 2004 te Burgerbrug, gemeente Zijpe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een gymzaal gelegen aan de Grote Sloot heeft weggenomen een (gelijke) brug, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Gemeente Zijpe, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 9 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2003 tot 23 februari 2004 in de gemeente Alkmaar, in elk geval in Nederland, een (gelijke) brug heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
- 10.
hij in of omstreeks de periode van 4 juli 2003 tot 7 juli 2003 te Gent (Belgie) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een sportcentrum, gelegen aan de Zuiderlaan (de Blosohal) heeft weggenomen een springplank en/of twee, althans een, afsprongmatje(s) en/of drie, althans een of meer, schroefgordel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Vlaamse gemeenschap, Bloso, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 10 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 4 juli 2003 tot en met 17 maart 2004 in de gemeente Alkmaar, in elk geval in Nederland, een springplank en/of twee, althans een, afsprongmatje(s) en/of drie, althans een of meer, schroefgordel(s) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
- 11.
hij op of omstreeks 15 december 2002 in de gemeente Opmeer tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht in een sporthal (gelegen aan de Meibloem nr.44), terwijl daarvan gemeen gevaar te duchten was voor:
de turnhal en/of de kantine en/of het kantoor behorende bij die sporthal en/of
de inventaris/inboedel van die sporthal en/of
een of meer woning(en) die zich in de nabijheid van die sporthal bevond(en)
en/of
levensgevaar te duchten was voor een of meer perso(o)n(en) die zich in die
woning(en) bevond(en), in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor een ander of anderen te duchten was;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zullen deze worden verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.
2.
VRIJSPRAAK
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder feit 8 en feit 9 is ten laste gelegd.
De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
3.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat
- 1.
primair.
hij in de periode van 25 juli 2003 tot en met 26 juli 2003 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een sportzaal, gelegen aan de Lage Bergweg heeft weggenomen een evenwichtsbalk en een pegases en een startmotor, toebehorende aan de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU);
- 2.
primair.
hij in de periode van 12 september 2002 tot en met 19 september 2002 in de gemeente Zoetermeer tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een sportzaal gelegen aan de Den Brabanderhove heeft weggenomen twee trampolinetoestellen (merk Eurotramp), toebehorende aan Gymnastiekvereniging Pro Patria;
- 3.
primair.
hij in de periode van 28 september 2002 tot en met 30 september 2002 in de gemeente Ermelo tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een sportzaal gelegen aan de Volenbeekweg heeft weggenomen twee trampolines, toebehorende aan Gymnastiekvereniging Sparta, en een minitrampoline, toebehorende aan de gemeente Ermelo, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
- 4.
primair.
hij op 09 januari 2003 in de gemeente Purmerend tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een gymzaal, gelegen aan de Mercuriusweg, heeft weggenomen een minitrampoline en een brug en een evenwichtsbalk, toebehorende aan de gemeente Purmerend, en een springplank, toebehorende aan de gymnastiekvereniging Gymnet, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van een valse sleutel;
- 5.
primair.
hij in de periode van 16 mei 2003 tot en met 17 mei 2003 in de gemeente Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een school, gelegen aan de Lorreinenlaan, heeft weggenomen een trampoline en een valmat, toebehorende aan Oecumenische school De Polsstok;
- 6.
primair.
hij in de periode van 1 januari 2004 tot 1 maart 2004 in de gemeente Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een school, gelegen aan de Amstelstraat, heeft weggenomen een trampoline, toebehorende aan de Rein Abrahamseschool, waarbij de medeverdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel;
- 7.
primair.
hij op tijdstippen in de periode van 30 juni 2002 tot en met 8 oktober 2002 in de gemeente Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een sportzaal, gelegen aan de Kofschipstraat, heeft weggenomen vier brugliggers en twee wedstrijdbalken (merk J&F) en een spanbrug (merk J&F) en een radio/cd-speler, toebehorende aan turnvereniging Jong Holland/De Halter, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van een valse sleutel;
10 primair.
hij in de periode van 4 juli 2003 tot 7 juli 2003 te Gent (België) tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een sportcentrum, gelegen aan de Zuiderlaan (de Blosohal) heeft weggenomen een springplank en twee afsprongmatjes en een schroefgordel, toebehorende aan de Vlaamse gemeenschap Bloso, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
11.
hij op 15 december 2002 in de gemeente Opmeer, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk brand heeft gesticht in een sporthal gelegen aan de Meibloem nr.44, terwijl daarvan gemeen gevaar te duchten was voor:
de kantine en het kantoor behorende bij die sporthal en de inventaris/inboedel van die sporthal;
4.
BEWIJS
De rechtbank grondt de beslissing dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
5.
NADERE BEWIJSOVERWEGINGEN
Algemeen:
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting, komt de rechtbank tot het oordeel dat zij de verklaringen van de verdachte [verdachte 2] geloofwaardig en betrouwbaar acht. Zij acht deze authentiek, consistent en verifieerbaar. De gedetailleerde verklaringen van [verdachte 2] vinden steun in de aangiften en het overig steunbewijs in het dossier. Dat de verdachte bepaalde data en details zich niet goed meer weet te herinneren, is niet vreemd gelet op de reeks van soortgelijke feiten en het tijdsverloop.
Door de verdediging is namens verdachte [verdachte 1] is aangevoerd dat [verdachte 2] met een ander, dan wel alleen gehandeld heeft.
Met betrekking tot de eerste mogelijkheid is de rechtbank in dit zeer uitvoerige dossier uit niets gebleken van betrokkenheid van een ander of anderen dan verdachte [verdachte 1] bij het plegen van de feiten. Ten aanzien van de tweede geopperde mogelijkheid is de rechtbank van mening dat zowel de fysieke, als de psychische gesteldheid van de verdachte [verdachte 2], dit zeer onwaarschijnlijk maken.
Uit diverse verklaringen van terzakekundigen komt namelijk naar voren dat het merendeel van de gestolen turntoestellen te zwaar is om door één persoon getild te worden. Voorts blijkt uit de gedragskundige rapportage over de verdachte [verdachte 2], dat deze een persoonlijkheidsstoornis heeft met afhankelijke, vermijdende en subassertieve trekken; een dergelijke psychische constellatie past naar het oordeel van de rechtbank niet bij een alleen optredende dader.
Ten aanzien van feit 1:
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachten zich de toegang tot het pand in Beekbergen hebben verschaft, nadat één van hen van tevoren een nooddeur had ontgrendeld. Tengevolge van deze omstandigheid gaat het onderhavig toegang verschaffen niet gepaard aan een gekwalificeerde, strafverzwarende vorm zoals vermeld in art. 311 lid 1 onder 5, Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van feit 3:
De rechtbank voelt zich hier in haar overtuiging gesterkt door de opvallende overeenkomsten met het onder 2 bewezen verklaarde o.a. qua modus operandi en de korte periode waarbinnen deze twee diefstallen werden gepleegd. Daarnaast verklaart [verdachte 2] op 16 maart 2004 als aanleiding van feit 2, dat er voor 6000 euro aan rekeningen moest worden betaald door turncentrum Victory. De opbrengst van de onder 2 bewezen verklaarde diefstal was naar zeggen van [verdachte 2] 3700 euro en derhalve aanmerkelijk minder dan het noodzakelijke bedrag van 6000 euro. De opbrengst van de onder 3 bewezen verklaarde inbraak was volgens [verdachte 2] 2500 euro.
Ten aanzien van feit 5:
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de deur, via welke men zich bij deze 'inbraak' de toegang heeft verschaft, verrot was en dat het slot met een metalen voorwerp eenvoudig en zonder daarbij schade teweeg te brengen, kon worden gemanipuleerd, waardoor vervolgens de deur eenvoudig kon worden geopend. Nu geen schade is vastgesteld als gevolg van verbreking of braak, heeft men zich hier toegang verschaft zonder dat dit gepaard ging aan een gekwalificeerde, strafverzwarende vorm zoals vermeld in art. 311 lid 1 onder 5, Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van feit 6:
Door de raadsman van [verdachte 2] is gesteld dat zijn cliënt docent was aan de Rein Abrahamseschool en uit dien hoofde rechtsgeldig kon beschikken over de toegangssleutel van de gymzaal van de Rein Abrahamseschool. Het wegnemen van goederen in casu zou daarom niet met een "valse sleutel" kunnen zijn gegaan en zou mogelijk als 'verduistering' kunnen worden gekwalificeerd, hetgeen hier niet is ten laste gelegd.
De rechtbank overweegt evenwel dat voor de verdachte [verdachte 2] de bevoegdheid om over de toegangssleutel van de school te beschikken, zich beperkte tot ca. de uren dat hij les gaf. Uit de stukken blijkt dat de trampoline vermeld in de tenlastelegging op zondag 1 februari 2004 door de verdachte [verdachte 2] is weggenomen. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat door de verdachte [verdachte 2] op dit tijdstip les werd gegeven. Derhalve was hier sprake van onbevoegd gebruik van de sleutel en in deze context was er dus sprake van een "valse sleutel".
Uit de bewijsmiddelen volgt dat medeverdachte [verdachte 1] betrokken was bij de aankoop van de oude trampoline bij Roelofs en dat verdachten toen reeds het idee hadden deze om te wisselen met de nieuwe trampoline, afkomstig van de diefstal bij Pro Patria in Zoetermeer, bij welke diefstal beide verdachten naar het oordeel van de rechtbank zijn betrokken, en deze nieuwe trampoline vervolgens weer door te verkopen.
Bovengenoemde handelingen van verdachten, ook al is verdachte [verdachte 1] niet aanwezig geweest bij het wegnemen van de nieuwe trampoline uit de Rein Abrahamseschool, zijn naar het oordeel van de rechtbank te kwalificeren als een nauwe samenwerking en gezamenlijke uitvoering, dat medeplegen oplevert.
Ten aanzien van feit 11:
Door de raadsman van [verdachte 2] is gesteld dat hier geen sprake is van medeplegen of medeplichtigheid van zijn cliënt. Alles zou uit de koker van [verdachte 1] zijn gekomen, waardoor hier geen sprake is van de voor 'medeplegen' vereiste "nauwe en bewuste samenwerking".
De rechtbank is echter van oordeel dat uit de bewijsmiddelen naar voren komt een zodanig uitgebreide samenwerking voor, tijdens en na de brandstichting, dat die "nauwe en bewuste samenwerking" er wel degelijk is geweest. Verdachte [verdachte 2] heeft ruimschoots met verdachte [verdachte 1] over het plan tot brandstichting van gedachten gewisseld, is bij de uitvoering op zijn minst genomen aanwezig geweest en is nadien betrokken geweest bij de productie en aflevering van een brief hierover aan o.a. de politie van de gemeente Opmeer, die tot doel had de heer [slachtoffer] van de turnvereniging Kracht & Vriendschap in diskrediet te brengen.
6.
STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZEN VERKLAARDE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair, 2 primair en 5 primair, telkens:
Diefstal door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 3 primair en 10 primair, telkens:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Ten aanzien van feit 4 primair, 6 primair en 7 primair, telkens:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels.
Ten aanzien van feit 11:
Medeplegen van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
7.
STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
8.
MOTIVERING VAN DE STRAF
De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte.
De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen:
Verdachte en zijn mededader zijn in een periode van ca. twee jaar een reeks van keren op pad geweest op zoek naar 1e klas turntoestellen en aanverwante benodigdheden. Met een geleende of gehuurde aanhanger/vrachtwagen werden scholen en turnhallen afgereden, waarvan zij wisten dat er goederen van hun gading aanwezig waren. Met een nagemaakte sleutel of een sleutel die aan hen was toevertrouwd, verschaften zij zich toegang. Ook werden deuren van tevoren gesaboteerd of bij de inbraak geforceerd. De aldus gestolen turntoestellen e.d. werden dan verkocht aan scholen en turn-/gymnastiekverenigingen. Soms werden ook verouderde spullen uit de sportschool van de Sport- en Topturnvereniging [verdachte 1] vervangen.
Op een zeker moment schroomden verdachte en zijn mededader niet om goederen 'op bestelling' te stelen. Dan werd er ruimschoots eerder gefactureerd dan geleverd.
De op deze wijze verworven gelden werden geheel gestoken in de kennelijk financieel slecht draaiende eenmanszaak van de echtgenote van [verdachte 1], die de sportschool verhuurde aan de turnvereniging Victory. Het belang van die vereniging en hun daarmee verbonden naam en faam in de turnwereld, brachten verdachte en zijn dader tot het seriematig stelen van turntoestellen e.d.. Daarbij is men volstrekt voorbijgegaan aan de belangen van andere sportverenigingen, die door hun toedoen ernstig werden gedupeerd, respectievelijk in financiële problemen gebracht.
Als voorbeeld van het laatste kan gewezen worden op de brandstichting van de turnzaal van de vereniging Kracht en Vriendschap te Opmeer. Deze vereniging zou door de KNGU worden aangewezen als steunpunt, hetgeen hen sportieve en financiële mogelijkheden zou bieden. In de ogen van verdachte en zijn mededader was dit ongewenste naburige concurrentie, die tijdig moest worden uitgeschakeld. De grondig voorbereide brandstichting resulteerde in een geheel verwoeste turnzaal van Kracht en Vriendschap, maar legde ook de naastgelegen gymzaal van de gemeente volledig in as. Verdachte en zijn mededader hebben hun sporen zo goed mogelijk uitgewist en hebben vervolgens bij de politie een brief afgeleverd om de aandacht van hen zelf af te leiden en de schuld in andermans schoenen te schuiven, te weten de bestuurder van de concurrerende vereniging zelf.
De rechtbank heeft bij het opleggen van de straf rekening gehouden met de leidende rol van verdachte bij het plegen van het feiten. Verdachte heeft bij het plegen van het merendeel van de bewezen verklaarde feiten het initiatief genomen en heeft daarbij gebruik gemaakt van de hulp van zijn medeverdachte die tegen hem opkeek en die onvoldoende assertief was zich te distantiëren van het plegen van de feiten.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- -
het op naam van de verdachte staand uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister, gedateerd 19 maart 2004, waaruit blijkt dat de verdachte 10 maart 2000 door de politierechter is veroordeeld ter zake mishandeling.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat oplegging van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van aanzienlijke duur op haar plaats is.
9.
BESLISSING OMTRENT IN BESLAG GENOMEN VOORWERPEN
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen zoals vermeld onder nummers 7 en 9 op de aan dit vonnis gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen dienen te worden teruggegeven aan: de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie, gevestigd te 7361 GT Beekbergen, Lage Bergeweg 1.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken, dat deze persoon als rechthebbende kunnen worden aangemerkt.
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen zoals vermeld onder nummers 3 en 6 op de aan dit vonnis gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen dienen te worden teruggegeven aan: Gymnastiekvereniging Gymnet, gevestigd te 1440 BC Purmerend, Postbus 1149.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken, dat deze persoon als rechthebbende kunnen worden aangemerkt.
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen zoals vermeld onder nummers 2, 5 en 8 op de aan dit vonnis gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen dienen te worden teruggegeven aan: Commissariaat-Generaal voor de bevordering van de lichamelijke ontwikkeling, de sport en de openluchtrecreatie (Bloso), gevestigd te 1000 Brussel (België), Zandstraat 3.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken, dat deze persoon als rechthebbende kunnen worden aangemerkt.
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen, vermeld onder de nummers 1 en 4 op de aan dit vonnis gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen dienen te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbenden.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken, dat thans geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt.
10.
BENADEELDE PARTIJEN
10.1
KNGU te Beekbergen
De benadeelde partij de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie, gevestigd te 7361 GT Beekbergen, Lage Bergweg 10, heeft vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van 3074,- euro wegens schade die de verdachte met zijn mededader aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij, voor zover die een bedrag van 1592,35 euro (te weten de nieuwwaarde van de pegases in 2001 van 2653,91 euro te verminderen met 40% afschrijving) betreft, van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak.
Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte - ook al is een andere dader daarbij betrokken - rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van 1592,35 euro, kan de vordering tot dat bedrag worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De verdachte is niet tot vergoeding gehouden voor zover het toewijsbare reeds door de mededader aan de benadeelde partij is voldaan.
Naar het oordeel van de rechtbank is er geen rechtstreeks verband tussen de door de benadeelde partij gevorderde reiskosten en het bewezen verklaarde feit en dient - zoals genoemd - het gevorderde bedrag voor de pegases te worden verminderd met 40% afschrijving. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet ontvankelijk is. De benadeelde partij kan dat deel van de vordering, behoudens de gevorderde reiskosten, desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
10.2
Gymnastiekvereniging Pro Patria
De benadeelde partij Gymnastiekvereniging Pro Patria, gevestigd te 2728 EH Zoetermeer, De Klerkplan 42, heeft vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van 3000 euro wegens schade die de verdachte met zijn mededader aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak. De rechtbank acht het gevorderde bedrag ten aanzien van de ontvreemde trampolines redelijk en billijk, gelet op de gemiddelde waarde van dergelijke trampolines, zoals uit de stukken is gebleken en gelet op de afschrijving daarvan.
Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte - ook al is een andere dader daarbij betrokken - rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag kan de vordering worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De verdachte is niet tot vergoeding gehouden voor zover het toewijsbare reeds door de mededader aan de benadeelde partij is voldaan.
10.3
Gymnastiekvereniging Sparta
De benadeelde partij Gymnastiekvereniging Sparta, gevestigd te 3850 AE Ermelo, Postbus 211, heeft vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van 5180 euro wegens schade die de verdachte met zijn mededader aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij, voor zover die een bedrag van 2168,15 euro (te weten de nieuwwaarde van de trampoline, onder nummer 2 in de vordering op 24 oktober 2000 van 3620,24 euro te verminderen met 40% afschrijving) betreft, van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak.
Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte - ook al is een andere dader daarbij betrokken - rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van 2168,15 euro kan de vordering tot dat bedrag worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De verdachte is niet tot vergoeding gehouden voor zover het toewijsbare reeds door de mededader aan de benadeelde partij is voldaan.
De rechtbank houdt rekening met een afschrijving over een periode van 5 jaar van de trampolines, zoals genoemd in de vordering. Hiermee rekening houdende dient de trampoline onder nummer 1 in de vordering en volgens de stukken gevoegd bij de vordering door de benadeelde partij aangeschaft op 3 juni 1996, ten tijde van het plegen van het feit als geheel afgeschreven te worden beschouwd. Gelet op het vorenstaande dient het bedrag van de trampoline onder nummer 2 in de vordering te worden verminderd met 40% afschrijving.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet ontvankelijk is. De benadeelde partij kan dat deel van de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
10.4
Gymnastiekvereniging Gymnet
De benadeelde partij Gymnastiekvereniging Gymnet, gevestigd te 1440 BC Purmerend, Postbus 1149, heeft vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van 446,25 euro wegens schade die de verdachte met zijn mededader aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard is dat die vordering zich leent voor behandeling in dit strafgeding. De rechtbank heeft onvoldoende gegevens voorhanden om de waarde van de in de vordering genoemde springplank ten tijde van het plegen het feit vast te stellen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
10.5
Gemeente Purmerend
De benadeelde partij Gemeente Purmerend, gevestigd te 1440 AA Purmerend, Postbus 15, heeft vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van 4858,77 euro wegens schade die de verdachte met zijn mededader aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard is dat die vordering zich leent voor behandeling in dit strafgeding. De rechtbank heeft onvoldoende gegevens voorhanden om de waarde van de van de in de vordering genoemde trampoline, brug en evenwichtsbalk, ten tijde van het plegen het feit, vast te stellen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
10.6
Bloso
De benadeelde partij Commissariaat-Generaal voor de bevordering van de lichamelijke ontwikkeling, de sport en de openluchtrecreatie (Bloso), gevestigd te 1000 Brussel (België, Zandstraat 3, heeft vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van 2059,41 euro wegens schade die de verdachte met zijn mededader aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard is dat die vordering zich leent voor behandeling in dit strafgeding. De rechtbank heeft onvoldoende gegevens voorhanden om de waarde van de van de in de vordering genoemde wedstrijdmat en springplank, ten tijde van het plegen het feit, vast te stellen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
10.7
Gymnastiekvereniging Kracht & Vriendschap
De benadeelde partij Gymnastiekvereniging Kracht & Vriendschap, per adres 1687 AA Wognum, Oosteinderweg 37, heeft vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van 20.725 euro wegens schade die de verdachte met zijn mededader aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard is dat die vordering zich leent voor behandeling in dit strafgeding.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
11.
SCHADEVERGOEDING ALS MAATREGEL
De rechtbank heeft tot het opleggen van de hierna te noemen maatregelen besloten omdat de verdachte naar het oordeel van de rechtbank jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht aan de benadeelden.
De toepassing van hechtenis, bij gebreke van voldoening van het verschuldigde bedrag, heft de opgelegde verplichting niet op.
13. BESLISSING
De rechtbank:
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 8 primair en subsidiair en 9 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 10 primair en 11 ten laste gelegde, zoals hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING aangeduid, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het bewezen verklaarde oplevert de hierboven in de rubriek STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZENVERKLAARDE vermelde strafbare feiten.
Verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezen verklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 4 (vier) jaren.
Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave van de in beslag genomen voorwerpen zoals vermeld onder nummers 7 en 9 op de aan dit vonnis gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen aan: de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie, gevestigd te 7361 GT Beekbergen, Lage Bergweg 1.
Gelast de teruggave van de in beslag genomen voorwerpen zoals vermeld onder nummers 3 en 6 op de aan dit vonnis gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen aan Gymnastiekvereniging Gymnet, gevestigd te 1440 BC Purmerend, Postbus 1149.
Gelast de teruggave van de in beslag genomen voorwerpen zoals vermeld onder nummers 2, 5 en 8 op de aan dit vonnis gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen aan Commissariaat-Generaal voor de bevordering van de lichamelijke ontwikkeling, de sport en de openluchtrecreatie (Bloso), gevestigd te 1000 Brussel (België), Zandstraat 3.
Gelast de bewaring van de in beslag genomen voorwerpen vermeld onder de nummers 1 en 4 op de aan dit vonnis gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende.
Wijst toe de vordering van de benadeelde partij Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie tot het hierna te noemen bedrag.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van 1592,35 euro (éénduizend vijfhonderd tweeënnegentig euro en vijfendertig eurocent) als schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil.
Bepaalt dat de verdachte niet tot betaling gehouden is indien en voor zover de verschuldigde bedragen reeds door de mededader zijn voldaan.
Verklaart de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie te betalen een som geld ten bedrage van 1592,35 euro (éénduizend vijfhonderd tweeënnegentig euro en vijfendertig eurocent), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 15 dagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering van de benadeelde partij Gymnastiekvereniging Pro Patria.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van 3000 (drieduizend) euro als schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil.
Bepaalt dat de verdachte niet tot betaling gehouden is indien en voor zover de verschuldigde bedragen reeds door de mededader zijn voldaan.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Gymnastiekvereniging Pro Patria te betalen een som geld ten bedrage van 3000 (drieduizend) euro, bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 30 dagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering van de benadeelde partij Gymnastiekvereniging Sparta tot het hierna te noemen bedrag.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van 2168,15 euro (tweeduizend honderdachtenzestig euro en vijftien eurocent) als schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil.
Bepaalt dat de verdachte niet tot betaling gehouden is indien en voor zover de verschuldigde bedragen reeds door de mededader zijn voldaan.
Verklaart de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Gymnastiekvereniging Sparta te betalen een som geld ten bedrage van 2168,15 euro (tweeduizend honderdachtenzestig euro en vijftien eurocent), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 21 dagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partijen Gymnastiekvereniging Gymnet, Gemeente Purmerend, Commissariaat-Generaal voor de bevordering van de lichamelijke ontwikkeling, de sport en de openluchtrecreatie (Bloso) en Gymnastiekvereniging Kracht & Vriendschap niet ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Westdorp, voorzitter,
mr. J.M. Vos en mr. A.L.R. Barneveld, rechters,
in tegenwoordigheid van G.A.M. Delis, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 december 2004.