BA 2016/11
Honoreren van gerechtvaardigd vertrouwen moet soms wijken voor hogere belangen, compensatieplicht, zorgvuldige feitenvergaring bij handhavingsbesluit
ABRvS 02-12-2015, ECLI:NL:RVS:2015:3683
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
2 december 2015
- Zaaknummer
201409541/1/A1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Bouwrecht / Woonrecht
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Bestuursrecht algemeen (V)
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Bestuursrecht algemeen / Voorbereiding
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2015:3683, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 02‑12‑2015
- Wetingang
Art. 3:2, 8:73 lid 1 (oud) en 8:51d Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Essentie
Honoreren van gerechtvaardigd vertrouwen moet soms wijken voor hogere belangen, compensatieplicht, zorgvuldige feitenvergaring bij handhavingsbesluit
Samenvatting
Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is nodig dat aan het bestuursorgaan toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door een daartoe bevoegd persoon waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend. Niet in geschil is dat [bij appellant] de gerechtvaardigde verwachting [is gewekt] dat tegen het gebruik van de panden niet handhavend zal worden opgetreden. De rechtbank heeft evenwel terecht overwogen dat het vertrouwensbeginsel niet zo ver strekt dat gerechtvaardigde verwachtingen altijd moeten worden gehonoreerd. Er kunnen belangen aanwezig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.