Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen
Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen:Artikel 5e
Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen
Artikel 5e
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
17-04-2019, Stb. 2019, 173 (uitgifte: 16-05-2019, kamerstukken: 35073)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-10-2019, Stb. 2019, 385 (uitgifte: 06-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bestuur
1.
Overdracht, inpandgeving of elke andere handeling waardoor de minister of staatssecretaris of zijn nagelaten betrekkingen enig recht op zijn bezoldiging aan een derde toekent of toekennen, is slechts geldig voor dat deel van de bezoldiging waarop beslag geldig zou zijn.
2.
Een volmacht tot voldoening of invordering van de bezoldiging is slechts geldig indien zij schriftelijk is verleend en is steeds herroepelijk.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.