Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 125 quater Specifiek register en dossier
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2016
- Bronpublicatie:
13-07-2016, PbEU 2016, L 217 (uitgifte: 12-08-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2016, PbEU 2016, L 217 (uitgifte: 12-08-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
De stukken die in het kader van de procedure inzake de minnelijke regeling in de zin van artikel 125 bis worden overgelegd:
- —
worden ingeschreven in een specifiek register waarop de regeling in de artikelen 36 en 37 niet van toepassing is;
- —
worden opgeborgen in een dossier dat gescheiden is van het procesdossier.
2.
De stukken die in het kader van de procedure inzake de minnelijke regeling in de zin van artikel 125 bis worden overgelegd, worden ter kennis van de hoofdpartijen gebracht, met uitzondering van de stukken die ieder van hen tijdens de afzonderlijke contacten bedoeld in artikel 125 bis, lid 3, onder d), aan de rechter-rapporteur heeft meegedeeld.
3.
De hoofdpartijen kunnen toegang verkrijgen tot de stukken in het in lid 1 bedoelde dossier dat gescheiden is van het procesdossier, met uitzondering van de stukken die ieder van hen tijdens de afzonderlijke contacten bedoeld in artikel 125 bis, lid 3, onder d), aan de rechter-rapporteur heeft meegedeeld.
4.
De interveniënt kan geen toegang verkrijgen tot de stukken in het in lid 1 bedoelde dossier dat gescheiden is van het procesdossier.
5.
De partijen kunnen het in lid 1 bedoelde specifieke register inzien ter griffie.