Einde inhoudsopgave
Wet financiering politieke partijen
Artikel 29b
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
19-10-2022, Stb. 2022, 412 (uitgifte: 27-10-2022, kamerstukken: 35657)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-11-2022, Stb. 2022, 462 (uitgifte: 23-11-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Kiesrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Indien een politieke partij, haar neveninstellingen of kandidaten geplaatst op de kandidatenlijst van die partij, alleen of gezamenlijk van een gever in een kalenderjaar een geldelijke bijdrage van in totaal meer dan € 100.000 of een bijdrage in natura met een waarde van in totaal meer dan € 100.000 ontvangen, draagt de politieke partij er zorg voor dat het gedeelte dat het bedrag of de tegenwaarde van € 100.000 te boven gaat, zo spoedig mogelijk teruggegeven wordt aan de gever, voor zover van toepassing naar rato van de hoogte van de door elk van de ontvangers ontvangen bijdrage. De neveninstelling of kandidaat meldt een ontvangen bijdrage daartoe binnen een week aan de politieke partij door toezending van een overzicht van de door die neveninstelling of kandidaat ontvangen bijdrage of bijdragen, met daarbij de gegevens, bedoeld in artikel 21, eerste lid.
2.
Indien teruggave aan de gever niet mogelijk is, wordt het in het eerste lid bedoelde gedeelte overgemaakt op de daartoe aangewezen rekening van Onze Minister dan wel, indien het een bijdrage in natura betreft, vervalt de bijdrage aan de Staat. Indien dat onmogelijk is, wordt deze bijdrage vernietigd.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing op bijdragen tussen de in dat lid genoemde politieke partij, haar neveninstellingen of kandidaten geplaatst op de kandidatenlijst van die partij.