Einde inhoudsopgave
Staatsregeling van Aruba
Artikel II.8
Geldend
Geldend vanaf 16-03-2007
- Redactionele toelichting
De datum van publicatie en de datum van afkondiging zijn gesteld op 01-01-1987.
- Bronpublicatie:
01-01-1987, Afkondigingsblad van Aruba 1987, GT 1 (uitgifte: 01-01-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-03-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-01-1987, Afkondigingsblad van Aruba 1987, GT 1 (uitgifte: 01-01-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Grondrechten
Staatsrecht / Staatsinrichting
De ministers leggen, alvorens hun betrekking te aanvaarden, in handen van de Gouverneur de volgende eed (verklaring en belofte) af:
‘Ik zweer (verklaar), dat ik, middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of wat voorwendsel ook, in verband met het verkrijgen mijner benoeming als minister aan iemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven. Ik zweer (beloof), dat ik, om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te laten, van niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken aannemen zal, middellijk of onmiddellijk. Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning en aan het Statuut voor het Koninkrijk; dat ik de Staatsregeling van Aruba steeds zal helpen onderhouden en het welzijn van Aruba naar mijn vermogen zal voorstaan. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig (Dat verklaar en beloof ik)’!