Einde inhoudsopgave
Binnenvaartpolitiereglement
Artikel 12.04 Toepasselijkheid van de voorschriften inzake het gebruik van radar
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2009
- Redactionele toelichting
Zie voor de oorspronkelijke plaatsing en voorgaande versies van dit reglement de bijlage bij het Besluit van 26-10-1983, Stb. 682.
- Bronpublicatie:
18-03-2009, Stb. 2009, 164 (uitgifte: 07-04-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-2009, Stb. 2009, 164 (uitgifte: 07-04-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Een zeegaand schip mag, indien de radarinstallatie goed functioneert, gebruik maken van radar:
- a.
zonder te zijn uitgerust met een radarinstallatie en een bochtaanwijzer, als bedoeld in artikel 4.06, eerste lid, onder a; en
- b.
zonder dat zich aan boord een persoon bevindt die houder is van een radarpatent, als bedoeld in artikel 4.06, eerste lid, onder b.