Einde inhoudsopgave
Besluit voorkoming verontreiniging door schepen
Artikel 43 Overgangsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 08-09-2017
- Bronpublicatie:
09-02-2010, Stb. 2010, 91 (uitgifte: 09-03-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-09-2017, Stb. 2017, 333 (uitgifte: 08-09-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Waterrecht (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Voor een schip, waarvoor op grond van het Besluit voorkoming verontreiniging door met schepen in bulk vervoerde schadelijke vloeistoffen een certificaat is afgegeven waarvan de geldigheid eindigt op 1 januari 2007 of later, geeft Onze Minister een certificaat als bedoeld in artikel 12, tweede lid, af met een vervaldatum die gelijk is aan de vervaldatum van het op grond van voornoemd Besluit afgegeven certificaat.
2.
Voor schepen als bedoeld in artikel 5, vierde lid, onderdelen c en d, worden de certificaten, bedoeld in artikel 12, derde lid, afgegeven met ingang van 28 september 2008.
3.
Voor schepen van 400 GT of meer, gebouwd voor 19 mei 2005, worden de certificaten, bedoeld in artikel 12, vierde lid, afgegeven uiterlijk bij de eerstvolgende, geplande droogzetting na inwerkingtreding van dit besluit, maar in geen geval later dan 19 mei 2008.
4.
Voor schepen die voldoen aan de eisen van Bijlage 1 van het AFS-verdrag voor de datum waarop die eisen in werking treden, worden de certificaten, bedoeld in artikel 13, afgegeven uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van die eisen.
5.
Het verbod, bedoeld in artikel 29, vierde lid, geldt voor schepen als bedoeld in artikel 5, vierde lid, onderdelen c en d, met ingang van 28 september 2008.
6.
Voor schepen, gebouwd voor 18 juli 1982, waarvan de bruto-inhoud is vastgesteld overeenkomstig het op 10 juni 1947 te Oslo totstandgekomen Verdrag nopens een eenvormig stelsel voor de meting van zeeschepen (Stb. 1949, J 370; Trb. 1955, 52), wordt voor de toepassing van dit besluit de eenheid bruto-registerton gelijkgesteld met de eenheid GT.
7.
Voor een schip dat voorafgaand aan de datum waarop de norm van voorschrift D-2 van de bijlage bij het Ballastwaterverdrag voor het desbetreffende schip van toepassing wordt, een ballastwaterbeheersysteem in gebruik heeft genomen dat voldoet aan een bij ministeriële regeling vastgesteld programma voor het testen en beoordelen van technieken voor ballastwaterbehandeling, is de norm van voorschrift D-2 van de bijlage bij het Ballastwaterverdrag niet van toepassing gedurende een in de bij die ministeriële regeling vastgestelde periode.