NJ 1929, p. 1434
Oorzaak der cessie. Overdracht van vorderingen. Rechttitel van eigendomsovergang. Recht of legitimatie?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 1929
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Kosters, Schepel, van Gelein Vitringa, Polak.
- Zaaknummer
[14061929/NJ_1929,_p._1434]
- Conclusie
Mr. Berger
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS151207:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1929:237, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑06‑1929
- Wetingang
(BW art. 639, 668, 1378-1387; Rv art. 398-429.)
Essentie
Oorzaak der cessie. Overdracht van vorderingen. Rechttitel van eigendomsovergang. Recht of legitimatie?
Samenvatting
[Overdracht aan de rechtspersoon „Het Bureau voor Muziek-Auteursrecht" (B.U.M.A.) van alle vorderingen voortspruitende aan de overeenkomst gesloten tusschen A. D. Loman Jr. als Directeur van het toenmaals geen rechtspersoonlijkheid bezittende Bureau voor Muziek-Auteursrecht, ingesteld door het Genootschap van Nederl. Componisten en de. Vereeniging van Muziekhandelaren en Uitgevers in Nederland, en eischer tot cassatie (caféhouder)].
Hof: Loman sloot het contract met eischer af niet namens een vereeniging, ook niet namens lastgevers in den zin van art. 1844 B. W., doch ten eigen name; hij ontleent aan ...