NJ 1935, p. 1235
Art. 313 j°. 314 Sv. Niet-inachtneming voorschrift art. 314 l.l. Hooger beroep. Benadeeling van verdachte in zijne verdediging?
HR 24-06-1935, ECLI:NL:HR:1935:251, m.nt. Prof. Mr. B.M. Taverne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 juni 1935
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Taverne, Schepel, de Menthon Bake, Donner
- Zaaknummer
[24061935/NJ_1935,_p._1235]
- Conclusie
Mr. Van Lier
- Noot
Prof. Mr. B.M. Taverne
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS104536:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1935:251, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑06‑1935
- Wetingang
(Sv art. 313.)
Essentie
Art. 313 j°. 314 Sv. Niet-inachtneming voorschrift art. 314 l.l. Hooger beroep. Benadeeling van verdachte in zijne verdediging?
Samenvatting
Door het verzuim van het niet in acht nemen van het voorschrift van art. 314, 2e lid Sv. wordt de wijziging der telastlegging niet ongedaan gemaakt. De rechter in hooger beroep kan dus op geen andere telastlegging dan de gewijzigde zijne beslissing doen steunen. Deze opvatting moet geacht worden te beantwoorden aan het systeem der wet, volgens hetwelk wijziging in hooger beroep niet mogelijk is. Daardoor is verdachte ook niet in zijne verdediging benadeeld, nu hij, voor de behandeling in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.