Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021
Artikel 5.9.5 Afwijzingsgronden
Geldend
Geldend van 25-05-2024 tot 01-01-2028
- Bronpublicatie:
22-05-2024, Stcrt. 2024, 17328 (uitgifte: 24-05-2024, regelingnummer: WJZ 53333159)
- Inwerkingtreding
25-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2024, Stcrt. 2024, 17328 (uitgifte: 24-05-2024, regelingnummer: WJZ 53333159)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
Onverminderd artikel 2.11 beslist de minister afwijzend op een aanvraag indien:
- a)
de jonge landbouwer op 31 december van het aanvraagjaar een leeftijd heeft van jonger dan 16 jaar of ouder dan 39 jaar;
- b)
de jonge landbouwer niet beschikt over een passende opleiding of passende vaardigheden;
- c)
het landbouwbedrijf waar de jonge landbouwer bedrijfshoofd van is, niet is ingeschreven in het Handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, waarbij bij de inschrijving een verkorte omschrijving van de landbouwactiviteit is vermeld en de daarbij behorende code van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) beginnend met de cijfers 011, 012, 013, 014, 015, 016 of 1051, voor zover minimaal 50 procent van de melk die wordt verwerkt op het eigen melkveebedrijf geproduceerd wordt;
- d)
de standaardverdiencapaciteit van het bedrijf waar de jonge landbouwer bedrijfshoofd van is, niet minimaal 15.000 euro bedraagt;
- e)
de jonge landbouwer geen bedrijfshoofd is op de datum van indiening van de aanvraag;
- f)
de vestiging van het bedrijf heeft plaats gevonden voor 1 januari 2023;
- g)
aan de jonge landbouwer of vanwege de vestiging van het bedrijf reeds subsidie is verstrekt op grond van artikel 5.9.2.
2.
Een jonge landbouwer beschikt over een passende opleiding of passende vaardigheden als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, indien deze beschikt over:
- a)
een diploma of een getuigschrift van een opleiding landbouw, tuinbouw of aanverwant op het niveau middelbaar beroepsonderwijs of hoger onderwijs; of
- b)
een bewijs van ten minste twee jaar aantoonbare ervaring met land- en tuinbouwproductie, op het tijdstip van de subsidieaanvraag, tellend vanaf het moment dat de leeftijd van 16 jaar is bereikt, aangevuld met een diploma of een getuigschrift van een cursus op het gebied van bedrijfsovername of agrarische bedrijfsvoering.
3.
Een jonge landbouwer is bedrijfshoofd als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, indien deze op de datum van indiening van de aanvraag:
- a)
als natuurlijk persoon een landbouwbedrijf in eigen naam uitoefent; of
- b)
doorslaggevende zeggenschap heeft in een landbouwbedrijf; en
- c)
als natuurlijk persoon daadwerkelijke langdurige zeggenschap heeft in een landbouwbedrijf als bedoeld in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling GLB 2023, zonder dat de datum, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van die regeling, hierbij van toepassing is; en
- d)
minimaal het aantal uren per kalenderjaar, als vermeld in artikel 3.6, eerste lid, aanhef, van de Wet inkomstenbelasting 2021[lees: 2001], werkzaam is in het bedrijf.
4.
Van doorslaggevende zeggenschap als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, is sprake, ingeval een jonge landbouwer:
- a)
het bedrijf als eenmanszaak voert;
- b)
met meer dan 50 procent van het eigen vermogen van het landbouwbedrijf bij schriftelijke overeenkomst deelneemt in een maatschap of vennootschap onder firma; of
- c)
meer dan 50 procent van de aandelen bezit in geval van een naamloze vennootschap of besloten vennootschap.
5.
Indien aan het landbouwbedrijf meerdere jonge landbouwers als bedrijfshoofd deelnemen, dan hebben zij ten minste gezamenlijk de vereiste daadwerkelijke langdurige zeggenschap en doorslaggevende zeggenschap.