NJFS 2007, 210
Rb. Assen, 26-06-2007, nr. 19/605834-06
Rb. Assen 26-06-2007, ECLI:NL:RBASS:2007:BA8194
- Instantie
Rechtbank Assen
- Datum
26 juni 2007
- Magistraten
Mrs. H. de Wit, A. Rombouts-Nieuwstraten, N.R. Boonstra
- Zaaknummer
19/605834-06
- LJN
BA8194
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBASS:2007:BA8194, Uitspraak, Rechtbank Assen, 26‑06‑2007
- Wetingang
Sr art. 246
Essentie
Ontucht. Bij de beoordeling of sprake is van ontuchtige handelingen dient de bedoeling van de dader doorslaggevend te zijn. In casu was geen sprake van ontuchtige handelingen, nu verdachte geen seksuele bedoelingen had.
Samenvatting
Bij de beoordeling of sprake is van ontuchtige handelingen dient de bedoeling van de dader doorslaggevend te zijn. De uiterlijke verschijningsvorm van de handelingen kan niet een op zichzelf staand bewijs van ontucht opleveren. Daarbij moeten de bedoelingen van de verdachte worden betrokken. Weliswaar was bij verdachte sprake van grensoverschrijdend gedrag jegens zijn personeel en heeft hij hun lichamelijk integriteit niet altijd geëerbiedigd, maar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.