NJFS 2006, 180
Rb. Amsterdam, 22-05-2006, nr. 13/993222-04
Rb. Amsterdam 22-05-2006, ECLI:NL:RBAMS:2006:AX3111
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
22 mei 2006
- Magistraten
Mrs. F.G. Bauduin, P.F. Goes, J.M. van Hall
- Zaaknummer
13/993222-04
- LJN
AX3111
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Ondernemingsrecht (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2006:AX3111, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 22‑05‑2006
- Wetingang
Essentie
Oplichting/valsheid in geschrifte. Ahold zaak.
Samenvatting
In de Ahold-zaak komt onder meer aan de orde:
- 1.
Aangevoerd is dat gedeelten van de telastelegging innerlijk tegenstrijdig, onbegrijpelijk en onvoldoende specifiek en duidelijk zijn. Nietigheidsverweren zijn verworpen omdat de verdachten en de verdediging in staat werden geacht de tekst van de telastelegging te begrijpen en hebben blijk gegeven van hun begrip van de telastelegging.
- 2.
Dubbele strafbaarheid. De rechtbank doet ambtshalve zoektocht op internet voor wat betreft strafrecht van Guatamala.
- 3.
De vorderingen van de benadeelde partijen, die nagenoeg geheel zien op koersverlies worden kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Nu op voorhand ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.